Fotografie
Nikon FP high-speed synchronisatie
Dankzij FP high-speed synchronisatie (waarbij FP staat voor 'focal plane' of beeldvlak) kunnen fotografen een groter diafragma gebruiken en zo een kleinere scherptediepte bereiken. Er kunnen kortere sluitertijden worden gebruikt dan de normale hoogste synchronisatiesnelheid van de camera. Bij gebruik van de flitsinstelling FP kunnen sluitertijden tot de maximale sluitertijd van de camera, bijvoorbeeld 1/4000e, worden geselecteerd. De instelling van de flitsbelichting in de FP-stand gebeurt volledig handmatig op camera's uit de D1-serie. Alle belichtingsstanden kunnen worden gebruikt bij camera's die automatische FP en de SB-800, SB-600 en SU-800+SB-R200 ondersteunen.
In deze stand geeft de flitser een doorlopende reeks flitsen met een geringe sterkte af vanaf van het moment dat het sluitergordijn wordt geopend totdat dit volledig is gesloten. Dit maakt het mogelijk flitsfoto's te maken bij kortere sluitertijden dan bij normale flitssynchronisatie. In afbeelding 1 ziet u de volgorde van de gordijnen van een analoge camera. Bij sommige digitale camera's wordt de sluitertijd elektronisch gestuurd door het in- en uitschakelen van de beeldsensor van de camera.
De instelling FP is beschikbaar op camera's uit de D1-serie met de volgende Nikon-flitsers: SB-80DX, SB-28/28DX, SB-25 en SB-26.
Camera's die automatische FP ondersteunen: D3, D2-serie, D700, D300, D200, D90 en D80.
Flitsers die automatische FP ondersteunen: SB-900, SB-800, SB-600 en SU-800+SB-R200.
Andere camera's kunnen niet worden gebruikt met automatische FP.
Als het omgevingslicht te helder is, kan een kleiner diafragma zijn vereist om de juiste belichting te verkrijgen, waardoor een grotere scherptediepte ontstaat en de voor- en achtergrond scherper worden.
Als een groter diafragma wordt gekozen, kan de FP-stand worden gebruikt om de invloed van de flitser te vergroten door het effect van het omgevingslicht te verkleinen. Hierbij worden tevens de voor- en achtergrond onscherper.
FP instellen op een camera die automatische FP ondersteunt
Op camera's die compatibel zijn met automatische FP kunnen alle belichtingsstanden worden gebruikt en kan de flitsbelichting worden ingesteld via i-DDL, automatisch diafragma of handmatig. U schakelt de FP-stand in door '1/250 (auto FP)' of 'Auto FP Aan' te selecteren via de instelling Auto FP/Flitssynchronisatiesnelheid in het menu met persoonlijke instellingen, afhankelijk van de gebruikte camera. Als deze functie is ingesteld, activeert de flitser de FP-stand als de sluitertijd handmatig wordt ingesteld op minder dan 1/250 in de stand voor sluitertijdvoorkeuze of de handmatige stand, of als de sluitertijd automatisch hierop wordt ingesteld in de stand voor diafragmavoorkeuze of de programmastand.
De instelling 1/320 auto FP
Sommige camera's bieden de mogelijkheid een flitssynchronisatiesnelheid van 1/320 in te stellen via het bovenstaande menu met persoonlijke instellingen. Deze optie maakt het mogelijk de ingebouwde flitser te gebruiken met een sluitertijd tot 1/320e seconde, hoewel de ingebouwde flitser dan minder krachtig is. Flitsers die automatische FP ondersteunen kunnen ook worden gebruikt met deze instelling. Als u een sluitertijd tussen 1/250e en 1/320e seconde gebruikt, neemt het richtgetal van de optionele flitser ook af, maar minder dan bij gebruik van normale automatische FP. Raadpleeg de camerahandleiding om te controleren of uw camera deze optie biedt.
FP instellen op een camera uit de D1-serie en een SB-80DX
Voer de volgende stappen uit om de camera en de flitser in te stellen:
Houd er rekening mee dat automatische FP niet mogelijk is met de SB-800 of SB-900 en een camera uit de D1-serie.
Stap 1. Stel de belichtingsstand van de camera in op handmatig (M).
Stap 2. Druk op de knop MODE totdat M verschijnt op het LCD-venster van de SB-80DX.
Druk op de knop + of - op de SB-80DX totdat FP verschijnt op het LCD-venster.
De sluitertijd en het diafragma moeten handmatig worden ingesteld op de camera. Het wordt aanbevolen testfoto's te maken en deze op de LCD-monitor van de camera te bekijken om te controleren of u de juiste belichting hebt verkregen.
Optische zoom versus digitale zoom
Veel camera's bieden een digitale zoomfunctie als aanvulling op de ingebouwde optische zoom van de camera. Digitale zoom is handig wanneer u niet dichter bij het onderwerp kunt komen en u niet de beschikking heeft over een losse optische converter. Digitale zoom dient echter spaarzaam te worden gebruikt aangezien de beeldresolutie hierbij afneemt. Digitale zoom mag dan ook niet worden beschouwd als vervanging van een krachtig optisch zoomobjectief.
Diverse camera's kunnen worden gebruikt met een optische converter waarmee telefoto's van hoge kwaliteit kunnen worden gemaakt. Gebruik zo mogelijk een dergelijke converter in plaats van digitale zoom om zo de beeldkwaliteit te handhaven.
Als u optische zoom gebruikt, beweegt de optiek van het objectief waardoor de beeldhoek verandert, terwijl het volledige oppervlak van de beeldsensor van de camera wordt gebruikt. Daardoor blijft de beeldkwaliteit constant over het hele optische zoombereik.
Als u digitale zoom gebruikt, wordt het optische objectief ingesteld op de maximale telezoomstand. Een kleiner deel van de sensor wordt vervolgens gebruikt om het beeld op te slaan. Dit beeld wordt daarna vergroot tot de oorspronkelijke afmetingen. Zo wordt een beeld geproduceerd met een vergroting die hetzelfde is als wanneer dezelfde foto met een krachtig teleobjectief zou worden gemaakt. Naarmate de digitale zoom toeneemt, wordt een kleiner deel van de beeldsensor gebruikt. Hierdoor neemt de beeldkwaliteit af in verhouding tot de hoeveelheid zoom.
In tegenstelling tot bij optische zoom, neemt bij digitale zoom de hoeveelheid detail in het beeld niet toe. Wanneer u digitale zoom gebruikt, hangt de beeldkwaliteit daarom af van de hoeveelheid digitale zoom.De onderstaande foto's tonen het verschil in beeldresolutie aan tussen digitale zoom en optische zoom.
Deze foto is tweemaal met dezelfde camera gemaakt: eenmaal met optische zoom in de telestand en eenmaal met een kleinere zoomstand, waarbij digitale zoom is gebruikt om dezelfde vergroting te produceren. Het gebied dat in de foto's zichtbaar is, wordt in de foto hierboven aangegeven met een rood vierkant.
Deze foto is gemaakt met alleen optische zoom. De foto is bijgesneden en aangepast voor weergave op het web
Deze foto is gemaakt met digitale zoom. De foto is bijgesneden en aangepast voor weergave op het web
Houd er rekening mee dat het effect van digitale zoom niet zichtbaar is in de optische zoeker van de camera (als de camera een zoeker heeft). Gebruik de LCD-monitor/zoeker wanneer u foto's kadreert met digitale zoom. Digitale zoom is niet beschikbaar in alle camerastanden of wanneer de LCD-monitor van de camera is uitgeschakeld.
Scherpte diepte
Scherptediepte (Engels: Depth of Field) is het gebied in de voorwerpsruimte dat voldoende scherp wordt afgebeeld. Wat hier als „voldoende” moet worden beschouwd, hangt af van het beoogde doel. Het is zinloos, scherper af te beelden dan de grootte van de korrels van de film of de pixels van de beeldsensor. Punten net voor of net achter het voorwerpsvlak worden minder scherp afgebeeld. Het bereik waarbinnen deze onscherpte nog acceptabel is, is de scherptediepte. Daarnaast kunnen er artistieke redenen zijn om de afbeelding minder scherp te willen hebben dan technisch mogelijk is, waardoor men in de praktijk een grotere scherptediepte kan hanteren.
Sluitertijd
De belichtingstijd of sluitertijd is een term uit de fotografie. Het is de tijdsduur die beschrijft hoelang een lichtgevoelige plaat of ander lichtgevoelig element wordt blootgesteld aan een bepaalde hoeveelheid licht. Met lichtgevoelig element kan bijvoorbeeld fotografische film of een chip met fotogevoelige halfgeleiders (digitale camera) bedoeld worden zoals dat in een fototoestel wordt gebruikt.
De term belichtingstijd wordt ook gebruikt in de donkere kamer wanneer het lichtgevoelige fotopapier onder de vergroter belicht wordt.
De belichtingstijd op een fotocamera is vaak instelbaar (automatisch of handmatig) over een groot gebied (bijvoorbeeld van 1/2000 tot 2 seconden). Sommige camera's hebben een groter bereik, om grotere verschillen in lichtintensiteit aan te kunnen en daarbij tevens een ruimere keus in diafragmering te kunnen blijven bieden. De belichting is instelbaar in stops - of delen daarvan - waarbij elke stop dubbel zoveel licht doorlaat. Bij een te lange belichtingstijd treedt overbelichting op van de film (een negatieffilm wordt dan veel te zwart na het ontwikkelen, er treedt verzadiging op). Bij een te korte belichtingstijd wordt de film onderbelicht en blijft dan te transparant. Een verkeerde belichting is tijdens de ontwikkeling wel iets te corrigeren, een onderbelichte film kan bijvoorbeeld opgetrokken worden, maar daarbij verliest de foto aan resolutie en er wordt een duidelijke korrel zichtbaar. Bij digitale fotografie kan correctie gebeuren met behulp van software.
De juiste belichtingstijd wordt bepaald in combinatie met de grootte van het diafragma en de lichtgevoeligheid van de film. Bij een kleiner diafragma (aangegeven met een groter getal), hoort een langere belichtingstijd. Bij een grotere gevoeligheid van de film (aangegeven in ASA of DIN of fotogevoelige halfgeleiders in ISO) hoort een kortere belichtingstijd.
Voorbeeld van de werking van een spleetsluiter.
Bewegingsonscherpte is in het verschijnsel dat objecten op een foto of op een video- of filmbeeld onscherp zijn als gevolg van beweging van het object en/of de camera. Dit wordt veroorzaakt doordat tijdens de beweging het object ook in de projectie in de camera beweegt en dus het fotografische vlak op meerdere plaatsen door hetzelfde object belicht wordt.
Bewegingsonscherpte treedt meestal op doordat er een te lange sluitertijd is gekozen. Dit kan echter ook een bewuste keuze van de fotograaf zijn geweest om zo een bijzonder effect te creëren.
Handig om te weten dat de langste sluitertijd uit de hand, bepaald wordt door het brandpuntsafstand van het gebruikte objectief (kleinbeeld) 400mm (altijd naar beneden afronden) 1/500sec.
Invloed van sluitertijd op bewegingsonscherpte
Tegenwoordig (2004) zijn verreweg de meeste camera's voor gebruik door het grote publiek automatisch, zodat men zich geen zorgen hoeft te maken over de juiste belichting. De camera 'ziet' aan een soort barcode op de filmcassette welke gevoeligheid film er in zit. Voor speciale effecten kan het echter nog wel zin hebben om met de belichtingstijd te spelen of ter correctie voor wanneer het onderwerp afwijkt van de gemiddelde 18% grijswaarde. Eventueel kan de fotograaf ook nog de belichtingscompensatie aanpassen.
Een eenvoudige vuistregel voor het uit de hand nemen van een foto met een kleinbeeldcamera is dat de belichtingstijd in seconden kleiner moet zijn dan 1 gedeeld door de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief in millimeter. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat er geen bewegingsonscherpte optreedt. Dus bijvoorbeeld fotografeer met 1/60 met een 50mm objectief (1/50 bestaat niet, 1/60 ligt er het dichtst bij).
Om de optimale belichtingstijd te bepalen, kan een fotograaf gebruik maken van bracketing. In korte tijd worden meerdere opnames gemaakt met een verschillende belichtingstijd. Uit deze reeks wordt de beste foto gekozen, of de afzonderlijke foto's worden gecombineerd tot een High Dynamic Range-afbeelding.
Verschil tussen het FX-formaat en het DX-formaat
Wat is het verschil tussen het FX-formaat en het DX-formaat?
De fysieke grootte van het beeldgebied op de sensor is verschillend bij het FX-formaat en het DX-formaat. Het beeldgebied van het FX-formaat is gebaseerd op de beeldcirkel van het kleinbeeldformaat (36 x 24 mm), terwijl het beeldgebied van het DX-formaat circa 24 x 16 mm groot is.
FX-formaat
De grotere FX-beeldsensor is vrijwel even groot als het kleinbeeldformaat, wat betekent dat de brandpuntsafstand van een objectief bij beide formaten ongeveer gelijk is. Veel Nikkor-objectieven met automatische en handmatige scherpstelling kunnen worden gebruikt met FX-formaat camera's. Aangezien Nikon echter al zeer lang objectieven produceert, gelden er beperkingen en waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van bepaalde objectieven, die u in overweging dient te nemen voordat u een objectief aanschaft. Klik hier voor meer informatie.
DX Nikkor-objectieven zijn speciaal ontworpen en geoptimaliseerd voor gebruik op DX-formaat en FX-formaat digitale spiegelreflexcamera's. Als ze op een FX-formaat digitale reflexcamera worden bevestigd, wordt automatisch de stand DX-uitsnede van de camera ingeschakeld, waardoor het vastgelegde beeldgebied overeenkomstig verandert. Deze beelduitsnede wordt ook weerspiegeld in het zoekerbeeld van de camera, aangezien het gebied dat niet word vastgelegd lichtgrijs wordt weergegeven.
DX-formaat
Alle objectieven die zijn ontworpen als DX-type kunnen worden gebruikt met DX-formaat digitale reflexcamera's. Veel Nikkor-objectieven die zijn ontworpen voor FX- of kleinbeeldformaat, kunnen ook worden gebruikt met DX-formaat digitale reflexcamera's. Als een Nikkor-objectief wordt gebruikt op een DX-formaat camera, wordt de brandpuntsafstand van het objectief vermenigvuldigd met een factor 1,5. (Een 50 mm-objectief produceert bijvoorbeeld het equivalent van een brandpuntsafstand van 75 mm.)Klik hier voor meer informatie.
Subcategorieën
Geschiedenis Aantal artikelen: 2
Fotograferen is niet meer weg te denken in deze tijd. Tegenwoordig doen we dat meestal digitaal. Voor velen, vooral de jongeren, is dat vanzelfsprekend. Toch is het digitale tijdperk binnen de fotografie nog maar jong. Enkele jaren geleden was het nog ondenkbaar dat de traditionele fotografie met behulp van film zo snel door de digitale camera verdrongen zou worden.
Digitale Camera Aantal artikelen: 35
Deze sectie is bedoeld voor (technische) informatiue over digitale fotografie.
Camera keuze Aantal artikelen: 3
Werking camera Aantal artikelen: 26
Lenzen Aantal artikelen: 6
Foto Techniek Aantal artikelen: 18
Spelen met licht Aantal artikelen: 8
Portrait fotografie Aantal artikelen: 1
Tips Aantal artikelen: 9
Cursus Aantal artikelen: 1
Laatste Nieuws
Zoeken
Populair
- Fotograferen bij temperaturen onder nul
- "Dark current" ruis
- Beschermijng tegen zand of stof
- Kleurtemperatuur
- 14-bits of 12-bits opslag
- Gebruiksduur van batterijen bij lage temperaturen
- Zoom.nl Jouw startpunt voor digitale fotografie
- Ruisonderdrukking
- Verscherpingsoptie van de camera gebruiken
- Waarom verschijnen er ronde vlekken op de foto?