Wie is online

We hebben 313 gasten en geen leden online

CameraHobby! - de site voor de digitale hobbyfotograaf

Foto Techniek

Begrippen

Begrippen fotografie uitgelegd


A

Aliasing
Trapjes- of kartelvorming op diagonale randen van objecten. Dit verschijnsel ontstaat doordat vierkante pixels worden gebruikt om het beeld op te bouwen. Dit ongewenste effect kan worden verminderd met behulp van anti-aliasing. Hierbij worden de contrastwaarden van de aangrenzende pixels opnieuw berekend en op elkaar afgestemd.

Aanpassen van kleurversterking
Aanpassen van kleurversterking kan worden gebruikt om een kleurzweem te compenseren of aan te passen.

Adobe RGB
De RGB werkruimte van Adobe Systems. Het RGB kleurenspectrum van Adobe is redelijk groot. Het bevat de meeste kleuren die vandaag de dag met standaard uitvoersystemen zijn te reproduceren en wordt beschouwd als standaard professionele kleurruimte voor het converteren en opslaan van afbeeldingen. Zie ook Kleurruimte

AE (Automatische belichting)
De mogelijkheid van een camera om zich automatisch aan te passen en de juiste hoeveelheid licht op de beeldsensor of film te ontvangen zodat de juiste belichting wordt bereikt.

AF hulplicht
Auto Focus hulplicht – een lichtstraal, vaak rood van kleur, die door de camera wordt uitgezonden om bij weinig omgevingslicht te helpen met het scherpstellen.

AF punt
Auto Focus punt – het punt waarop de camera zal scherpstellen. Dit punt is vaak zichtbaar in de beeldzoeker.

AI Focus
Een methode van scherpstellen die automatisch kiest tussen One Shot en de AI Servo methoden van scherpstellen. Voor beginnende fotografen is dit een goede methode van scherpstellen en u treft deze methode dan ook alleen aan op consumentenmodellen, zoals de EOS 450D en EOS 40D.

AI Servo
Een methode van scherpstellen waarbij de camera continu bewegende onderwerpen volgt en probeert om het scherpstelpunt te voorspellen.

Afstandsbediening via kabel
Een afstandsbediening die is voorzien van een kabel met schakelaar of bedieningsknop om de ontspanknop van de camera te activeren zonder de camera te bewegen of van positie te laten veranderen. Wordt vaak gebruikt in combinatie met een statief en lange sluitertijden wanneer trillingen of vibraties kunnen resulteren in onscherpe opnamen.

ASIC - Application-Specific Integrated Circuit
Een chip die is ontworpen voor een specifieke toepassing. Wordt in digitale camera's gebruikt om snel de vastgelegde beeldgegevens te verwerken.

APS-C sensor
Een beeldsensor met afmetingen die overeenkomen met het APS-C formaat (22,5 x 15 mm). Wordt gebruikt in veel Canon D-SLR (Digital Single Lens Reflex) modellen voor consumenten.

APS-H sensor
Een beeldsensor met de afmetingen 28,7 x 19,1 mm – wordt momenteel gebruikt bij camera’s uit de professionele EOS-1D serie.

Architectuurobjectief
Een objectief dat is ontworpen voor architectuurfotografen. In Canons terminologie kunnen architectuurobjectieven of TS (Tilt and Shift) objectieven of objectieven als de EF 28mm f/2.8 zijn. TS objectieven hebben een objectiefbehuizing die kan kantelen of in zijwaartse richting verschuiven, zodat de fotograaf bij het fotograferen van gebouwen vervormingen als scheeflopende verticale lijnen kan corrigeren.

Automatisch belichtingstrapje (AEB)
De functie om automatisch een serie opnamen te maken met een belichting boven, onder en met de ‘juiste’ belichting.

Automatische belichtingsvergrendeling (AE lock)
Wanneer de camera is ingesteld voor automatische belichting, dan zal de belichting continu worden aangepast aan de veranderingen in het omgevingslicht. Maar soms is het praktisch om de belichting te ‘vergrendelen’ op één specifieke instelling en de Automatische belichtingsvergrendeling is een gemakkelijke manier om dat te doen.

Auto ISO
Een ISO instelling waarbij de camera automatisch de geselecteerde ISO gevoeligheid aanpast om met een kortere sluitertijd te kunnen werken en om de invloed van cameratrillingen te reduceren.

Auto Lighting Optimizer (ALO)
Dit verbetert JPEG opnamen door het contrast en/of de helderheid te verhogen om de kleurrendering van het hoofdonderwerp te verbeteren.

Automatische witbalans (AWB)
Deze functie beoordeelt elk beeld en past de kleurbalans aan om te zorgen dat witte delen ook als wit worden gereproduceerd. Voor de meeste belichtingscondities geldt dat u standaard deze instelling kunt gebruiken.

Auto focus (AF)
Een functie van de camera waarbij het objectief automatisch scherpstelt.

AVI -Audio Video Interleave
Microsoft-indeling voor videobestanden.

 

B

Basisprogramma’s
De basisprogramma’s vormen een set volledige automatisch functies die de instellingen van de camera optimaliseren voor bepaalde typen opnamen en foto’s. Tot de basisprogramma’s behoren Volledig automatisch – een instelling voor algemeen gebruik, die soms wordt aangegeven met een ‘groen vlakje’ – terwijl andere programma’s worden aangegeven met pictogrammen voor specifieke activiteiten, bijvoorbeeld Sport, Portret en Landschap. Het programma Volledig automatisch is een goed standaard programma als u niet zeker weet welk programma u het beste kunt gebruiken.

Battery Grip
Voor veel D-SLR camera’s is als accessoire een battery grip verkrijgbaar. Battery grips bieden plaats aan extra batterijen, zodat u langer kunt fotograferen. Daarnaast zijn ze vaak uitgevoerd met extra schakelaars en bedieningsknoppen om de bediening van de camera in portretstand gemakkelijker te maken. Omdat ze een grotere greep hebben, kunnen ze ook comfortabeler zijn voor fotografen met grotere handen of een extra tegengewicht vormen wanneer grotere objectieven worden gebruikt.

Beeldcirkel
Objectieven projecteren een cirkelvormige lichtbaan op het deel dat in beslag wordt genomen door de beeldsensor of de film. De beeldcirkel moet groter zijn dan de sensor of de film, want anders zal het resultaat cirkelvormig met donkere hoeken zijn. Bij een volbeeld (24x36mm) camera heeft de beeldcirkel een diameter van 43mm.

Bediening op afstand
Wordt ook afstandsbediening genoemd. Een afstandsbediening stelt u in staat de ontspanknop te activeren zonder er op te drukken. Dit kan met een kabel of draadloos gebeuren.

Beeldsprong
Stelt de fotografen in staat door een serie opnamen te ‘springen’ wanneer ze op het LCD-scherm worden bekeken. Dit in plaats van de opnamen één voor één te bekijken.

Beeldbescherming
Door via het menusysteem van de camera de functie Beeldbescherming in te schakelen, wordt voorkomen dat opnamen per ongeluk worden gewist.

Beeldschermkalibratie
Wanneer u een digitale opname op een beeldscherm bekijkt, is de kwaliteit afhankelijk van in welke mate het beeldscherm is gekalibreerd. Hoe goed het contrast en de kleuren op het scherm overeenkomen met datgene wat de camera heeft vastgelegd, is afhankelijk van de kalibratie (of afstemming) van het beeldscherm.

Beeldruisverwerking
Een technologie om de invloed van ‘beeldruis’ op de beeldkwaliteit te reduceren.

Beeldsensor
In elke digitale camera bevindt zich in plaats van een film een digitale beeldsensor. Dit bestaat uit een groep lichtsensoren die in rastervorm zijn opgesteld en die het invallende licht vastleggen. De beeldsignalen die door het invallende licht worden geproduceerd, worden vervolgens verwerkt tot het digitale beeld.

Beeldveld
Het deel van de scène dat door het objectief zichtbaar is. Een langere brandpuntafstand geeft een kleiner beeldveld en een kortere brandpuntafstand zorgt voor een groter beeldveld.

Belichting
Belichting is de hoeveelheid licht die tijdens het maken van de foto op de beeldsensor of de film valt. De belichting wordt beïnvloed door de sluitertijd, het diafragma en ook door de ISO instelling.

Belichtingstrapje
Maakt een serie opnamen onder, met en boven de berekende belichtingsinstelling om zo een goed resultaat te krijgen. EOS camera’s zijn uitgevoerd met een automatisch belichtingstrapje (AEB).

Belichtingscompensatie
De belichtingscompensatie is een aanpassing van de belichting die door de camera werd vastgesteld als de ‘juiste’ belichting.

Belichtingsvergrendeling
De belichtingsvergrendeling slaat de berekende belichtingswaarde op. Als u wilt scherpstellen op een ander onderwerp binnen het beeldveld en daarvoor dezelfde belichting wilt gebruiken, dan kunt u met de knop voor belichtingsvergrendeling op de achterzijde van de camera de belichting ‘vastzetten’ zodat u de vrijheid houdt op een ander onderwerp scherp te stellen.

Beeldzoeker
Het deel van de camera waar u doorheen kijkt om de compositie vast te stellen en een foto van uw onderwerp te maken.

Beeldzoeker uitschakeling
Wanneer een foto wordt gemaakt, zal de beeldzoeker tijdelijk ‘op zwart gaan’ want de spiegel beweegt zich uit de lichtbaan om het licht door te laten naar de sensor of de film. Een korte uitschakeltijd geeft aan dat de spiegel sneller terug is, zodat de gebruiker na het maken van de foto het onderwerp weer eerder door de beeldzoeker ziet.

Beeldzoeker met oogcorrectie
Een aanpassing die het voor brildragende fotografen mogelijk maakt een beeldzoeker te kiezen met de juiste correctiewaarde.

Bitdiepte
Het aantal bits dat wordt gebruikt om kleur uit te drukken. Wordt ook wel kleurdiepte genoemd. De bitdiepte bepaalt de hoeveelheid kleurinformatie in een afbeelding. Hoe groter de bitdiepte, hoe groter het aantal kleuren en hoe fijner de kleurverlopen die weergegeven kunnen worden. De bitdiepte kan verwijzen naar het aantal bits per kanaal of naar de gecombineerde bitdiepte voor alle kanalen samen. Een afbeelding met een bitdiepte van acht bits per kanaal heeft dus een totale bitdiepte van 24 bits. Een afbeelding met een bitdiepte van één bit bevat slechts twee kleuren, gewoonlijk zwart en wit, zonder verlopen ertussen. Zie ook Kanaal.

Blooming
Zie Streepvorming

Brandpuntsafstand
Het belangrijkste kenmerk van een lens is de brandpuntsafstand. In optische termen is dit de afstand tussen de lens en de film of sensor wanneer u heeft scherpgesteld op een onderwerp in de verte. In fotografische termen geeft het u een indruk van de grootte van de opname in relatie tot de afstand van het onderwerp.

Buffer
Een buffer is een tijdelijk geheugen voor het opslaan van nog niet verwerkte beeldgegevens tot deze kunnen worden verwerkt door de processor in de camera of kunnen worden weggeschreven naar een geheugenkaart.

Buffercapaciteit / Maximale reeks
Het aantal opnamen dat u kunt maken voordat de geheugenbuffer van de camera vol is.

 

C

CCD - Charge-Coupled Device
Een lichtgevoelige, halfgeleidende sensor die optische signalen (licht) omzet in elektrische signalen. Wordt in digitale fotocamera's, digitale videocamera's en mobiele telefoons met een camera gebruikt om beelden vast te leggen.

Clipping
Het percentage pixels aan beide uiteinden van de curve die wegvallen als het contrast automatisch wordt aangepast. Zie ook Tooncurve.

CMS
Zie Kleurbeheersysteem.

CMYK
Een reflectief (subtractief) kleurmodel dat gewoonlijk wordt gebruikt voor afdrukken. Hierbij worden kleuren samengesteld met behulp van combinaties van de drie secundaire inktkleuren die een printer gebruikt, te weten cyaan (C), magenta (M) en geel (Y van Yellow). Aangezien geen enkele combinatie van deze drie inkten echt zwart oplevert, wordt ook zwarte inkt (K van blacK) gebruikt.

CMY / CMYK prints
In theorie kunnen kleurenafbeeldingen worden geprint met slechts drie inktkleuren – cyaan, magenta en geel (CMY). In de praktijk zal het zwart dat het resultaat is van het mengen van deze drie kleuren een donkerbruine kleur opleveren in plaats van echt zwart. Om dit probleem op te lossen, wordt zwarte inkt (K) toegevoegd en heeft u zo een vier kleuren CMYK printer met een vier kleuren printproces. Door een afzonderlijke zwarte inkttank te gebruiken, zal bij het printen van tekst minder van de andere drie kleuren worden gebruikt. Zwart wordt niet aangegeven met de letter B (in het Engels Black) want dat kan verwarrend zijn met blauw. Daarom wordt de letter K gebruikt. De volledige aanduiding is dan het CMYK systeem.

CMOS - Complementary Metal Oxide Semiconductor
Lichtgevoelige sensor. Verschilt van een CCD doordat elk pixelelement van de CMOS-sensor afzonderlijk kan worden gelezen.

ColorSync
Een kleurbeheersysteem voor Mac OS, ontwikkeld door Apple. Zie ook Kleurbeheer systeem, ICC.

CompactFlash™-geheugenkaart
Een kleine, verwisselbare flashgeheugenkaart. Wordt gebruikt voor de opslag van foto's in sommige digitale camera's van Nikon.

Compressie
Een methode om de bestandsgrootte te verkleinen voor opslag of overdracht. Er bestaan twee soorten compressie-algoritmen: algoritmen 'zonder verlies', zoals LZW, waarbij geen enkele informatie verloren gaat wanneer de oorspronkelijke grootte van de bestanden wordt hersteld voor weergave of bewerking, en algoritmen 'met verlies', zoals JPEG, waarbij een deel van de informatie verloren gaat wanneer het bestand wordt hersteld. Zie ook JPEG, TIFF.

Contrast
Contrast is het bereik aan kleurtinten dat zichtbaar is op een foto. Als het contrast laag is, zal de foto er vlak en saai uitzien maar wellicht veel schaduw en lichte details tonen. Een bijkomend effect is dat de opname ook zachter zal overkomen. Als het contrast hoog is, ziet het onderwerp er krachtiger en waarschijnlijk scherper uit. Een nadeel is dat de subtiele nuances in schaduwen en in lichte partijen verloren zullen gaan.

Creatieve programma’s
Tot de creatieve programma’s behoren P (Programma), Tv (Sluitertijdvoorkeuze), Av (Diafragmavoorkeuze) en M (Handbediening). Sommige camera’s hebben ook de programma’s A-DEP (Automatische scherptediepte) en Bulb.

Crop (vergrotings) factor
De crop factor is een schijnbare vergroting die zich bij een bepaalde brandpuntafstand voordoet als de beeldsensor kleiner is dan het volbeeld formaat (24x36mm). Een APS-C sensor heeft een crop factor van circa 1,6x. Een APS-H sensor haalt een crop factor van circa 1,3x.

Curve
Zie Tooncurve.

 

D

Deelmeting
Een meetmethode waarbij de camera de hoeveelheid licht binnen een scène bepaalt. Een deelmeting meet het licht in een cirkel in het midden van de scène en deze cirkel maakt circa 10-15% van het gehele beeld uit.

Diafragma
De grootte van de opening in een objectief waarmee wordt bepaald hoeveel licht door het objectief de beeldsensor of de film kan bereiken. De meeste objectieven hebben een irisdiafragma dat bestaat uit een aantal elkaar overlappende metalen lamellen. Deze zijn zo gerangschikt dat ze in het midden een opening, het diafragma, vrij laten waardoor het licht kan passeren. Afhankelijk van het brandpuntsafstand van de lens, kan de diameter van het diafragma verschillen. Zo kan het dus zijn dat zijn dat bij een brandpuntsafstand van 50mm en het diafragma 8 de diameteropening 7mm is en bij een brandpuntsafstand van 100mm de diameter van het diafragma 11mm is. Dat komt omdat een lens met een langere brandpuntsafstand meer lichtverlies heeft. De standaard diafragma waarden die je op de camera of lens tegen komt zijn: f1; f1,4; f2; f2,8; f4; f5,6; f8; f11; f16; f22; f32. Elke stap hoger of lager betekent dat er 2x zo weinig of 2x zoveel licht op de film of chip valt. Hoe groter het f-getal, hoe kleiner de opening en hoe minder licht er op de chip valt! Bij veel camera's en lenzen kun je ook tussenliggende waarden instellen.

Diafragmavoorkeuze (Av)
De belichtingsinstelling waarbij de fotograaf het diafragma instelt of de prioriteit geeft en waarna de camera automatisch de sluitertijd aanpast om de juiste belichting te verkrijgen. Canon gebruikt de Engelstalige afkorting ‘Av’ van ‘Aperture value’.

DIGIC / D!GIC (Digitale ImaginG IC)
Een door Canon ontworpen digitale beeldprocessor voor het verwerken van beeldgegevens in Canon digitale camera’s. De beeldprocessor combineert de functies van een aantal afzonderlijke verwerkingsunits om de gegevens sneller te kunnen verwerken, ruimte te besparen en het energieverbruik te reduceren.

Digital Photo Professional (DPP)
De veelzijdige editing software van Canon die wordt meegeleverd met digitale EOS camera’s. Een krachtig toepassingsprogramma dat Canon RAW opnamen converteert naar de standaard bestandsformaten en een groot aantal mogelijkheden biedt voor het bewerken van foto’s.

Digital Single Lens Reflex (DSLR)
Een camera met een enkelvoudige spiegelreflex lens (SLR) is een camera waarbij u het onderwerp door het objectief bekijkt. Een digitale SLR gebruikt een digitale beeldsensor in plaats van een film om de opnamen vast te leggen en heeft meestal verwisselbare objectieven.

DPI/dpi
Dots (punten) per inch. Een maateenheid voor resolutie. Hoe meer dots per inch, hoe hoger de resolutie. Zie ook ppi, Resolutie.

Drempel
De maximale waarde waarbij Onscherp masker wordt toegepast. Hoewel gewoonlijk geldt dat hoe hoger de drempel is, hoe meer verscherping wordt toegepast, hangt het exacte effect af van andere instellingen voor Onscherp masker, zoals de halobreedte. Zie ook Halobreedte, Onscherp masker.

Dust Delete Data
Deze functie registreert de grootte en de positie van stofdeeltjes die zich hebben vastgezet op de beeldsensor en voegt deze informatie toe aan de fotobestanden. De Canon Digital Photo Professional software kan deze informatie lezen en de vlekjes verwijderen die door de stofdeeltjes worden veroorzaakt.

Dynamisch bereik
Het bereik aan kleurtinten van donker naar licht dat een camera kan vastleggen. Een groot dynamisch bereik heeft meestal de voorkeur, want op het eindresultaat blijven details in de schaduwpartijen en lichte delen zichtbaar.
 


E

EF objectief
Met EF wordt Electronic Focus aangeduid. Oorspronkelijk waren dit speciale Canon objectieven die elektronisch konden scherpstellen. Alle EOS camera’s hebben een EF vatting en zijn geschikt voor alle EF objectieven. EF objectieven kunnen op alle EOS camera’s worden gebruikt, inclusief de modellen die zijn ontworpen voor EF-S objectieven (zie onderstaand).

EOS Utility
EOS Utility (eerder ‘File Viewer Utility’) maakt het heel eenvoudig om opnamen vanaf EOS DSLR camera’s naar uw computer te kopiëren. U kunt alle opnamen tegelijk kopiëren of de afzonderlijke beelden selecteren die u wilt kopiëren. Deze software werkt samen met Digital Photo Professional en ZoomBrowser / ImageBrowser om zo een snelle en effectieve digitale workflow te krijgen. EOS Utility stelt u ook in staat de camera van afstand te bedienen en te configureren met behulp van uw computer en de meegeleverde interfacekabel.

EXIF
Exchangeable Image File Format is een algemeen aanvaarde standaard die het mogelijk maakt dat camera-instellingen die bij een foto zijn opgeslagen, zoals sluitertijd, datum en tijd, brandpuntafstand, belichtingscompensatie en lichtmeetmethode op het tijdstip dat de opname werd gemaakt kunnen worden bekeken in programma's die compatibel zijn met de EXIF-standaard.

EXPEED
Nikon's beeldverwerkingssysteem. Dit systeem verwerkt gegevens die van de sensor worden ontvangen, waarbij dankzij een snelle gegevensverwerking camerafuncties zoals livebeeld, gezichtsdetectie en snelle continu-opnamen mogelijk zijn.

F

FireWire
De term van Apple voor de IEEE 1394-interface. Zie IEEE 1394.

Fisheye-objectief
Een fisheye-objectief (letterlijk 'vissenoog') is een objectief met een beeldhoek van 180 graden of meer. Fisheye-objectieven kunnen een beeldhoek van 180 graden hebben in alle richtingen of alleen diagonaal. De vervorming neemt toe naar de randen van de foto, terwijl er weinig of geen vervorming optreedt in het midden van de foto. Met het palet Fisheye-objectief in Nikon Capture kunt u de vervorming verminderen in foto's die zijn gemaakt met een AF DX Nikkor ED 10,5 mm f/2.8G-objectief, zodat het resultaat lijkt op een opname met een gewoon groothoekobjectief.

Firmware
Een softwareprogramma dat in een speciaal deel van het geheugen is opgeslagen en dat ook zonder voedingsspanning bewaard blijft. EOS camera’s hebben firmware voor gebruik van de functies, de bediening en de verwerkingsmogelijkheden. Door nieuwe firmware of updates te installeren, kunnen de functies en mogelijkheden van de camera worden verbeterd.

Fisheye lens
Een fisheye lens produceert een uitzonderlijk grote beeldhoek en levert vaak een bijna cirkelvormig beeld op. Dit in tegenstelling tot de normale rechthoekige beelden.

Flitsbelichtingstrapje (FEB)
Een serie van drie flitsbelichtingen boven, met en onder de gemeten instelling. Deze functie is praktisch bij moeilijke belichtingen waarvoor een flitser nodig is. FEB is een gemakkelijk in te stellen functie die u aantreft bij veel van de Speedlite flitsers en EOS camera’s.

Flitsbelichtingscompensatie
Flitsbelichtingscompensatie is een aanpassing van de flitsintensiteit boven of onder de gemeten waarde.

Foto
Een foto is een afbeelding vervaardigd door middel van fotografie.

Fotograaf
Een fotograaf is iemand die (in het bijzonder beroepshalve) foto's maakt met een fototoestel.

Fotografie
Fotografie is het met behulp van licht en andere vormen van straling vervaardigen van afbeeldingen van voorwerpen en verschijnselen. Het woord is afgeleid van het Grieks en betekent letterlijk schrijven met licht (φωτος (phootos) = licht, γραφειν (grafein) = schrijven)

F-S objectief

EF-S objectieven zijn speciaal ontworpen voor camera’s met een APS-C formaat beeldsensor. Ze zijn niet compatibel met camera’s die de grotere volbeeld of APS-H sensoren gebruiken. De S in EF-S verwijst naar Short back focus. EF-S objectieven passen niet op andere EOS camera’s.

F/Stop
Het cijfer of de cijfers die gebruikt worden om de grootte van het diafragma aan te geven.

G

Gamma
Het gamma (ook wel geschreven als 'γ') is een fundamenteel kenmerk van videosystemen dat de intensiteit van het uitvoersignaal ten opzichte van het invoersignaal bepaalt. Wanneer het gamma wordt berekend, wordt aan de maximaal mogelijke intensiteit van de invoer de waarde één toegewezen, terwijl aan de minimale intensiteit (geen invoer) de waarde nul wordt toegewezen. Het uitvoerniveau voor een bepaalde invoerwaarde wordt berekend door de inverse van de gammawaarde als exponent te gebruiken, waarbij de invoerwaarde wordt verheven tot de macht van de inverse van de gammawaarde (uitvoer = invoer1/Y ).

Gamut
Het kleurbereik dat kan worden uitgedrukt of weergegeven door een bepaald invoerapparaat (zoals een scanner of digitale camera), uitvoerapparaat (monitor of printer) of kleurprofiel. Geen enkel gamut kan alle kleuren reproduceren die kunnen worden waargenomen door het menselijk oog. Het gamut van RGB-systemen (met de primaire kleuren Rood, Groen en Blauw) die werken met uitgezonden licht (zoals filmtransparanten en kleurenmonitoren) verschilt aanzienlijk van (en is complementair met) het gamut van CMYK-systemen (met de secundaire kleuren Cyaan, Magenta, geel [Yellow] en zwart [blacK]) die werken met gereflecteerd licht (drukwerk). Zie ook CMYK, Profiel, RGB.

GB
Gigabyte, duizend megabytes (MB).

Gebruiksduur sluiter
Het aantal activeringen waarvoor de constructie en het mechanisme van de sluiter is ontworpen.

Gebruikersfuncties
Deze maken het mogelijk de bediening van de camera volledig af te stemmen op de wensen of persoonlijke voorkeuren van de fotograaf. De meeste EOS digitale camera’s bieden gebruikersfuncties. Belichting, scherpstelling en flitsintensiteit zijn enkele van de instellingen die met behulp van gebruikersfuncties kunnen worden aangepast. Deze gebruikersfuncties zijn in te stellen via het menusysteem van de camera. Elke functie heeft een standaard fabrieksinstelling plus één of meer alternatieve instellingen.

Gebruikers witbalans
Stelt u in staat handmatig de witbalans in te stellen voor een specifieke lichtbron. Dit met een witte of 18% grijze referentiekaart.

Groen vierkantje
Een pictogram dat bij Canon EOS camera’s wordt gebruikt om het programma Volautomatisch aan te geven. Dit programma selecteert alle parameters, waaronder de combinatie van sluitertijd en diafragma op basis van het gebruikte objectief en zorgt dat indien nodig ook de flitser wordt geactiveerd. De camera selecteert ook automatisch de meest geschikte methode van scherpstellen voor het te fotograferen onderwerp.

Groothoekobjectief
Een objectief met een korte brandpuntafstand, zoals 20mm, geeft een erg lage vergroting. Het beeld dat met een objectief met korte brandpuntafstand wordt vastgelegd, is zeer breed en vandaar dan ook de uitdrukking groothoekobjectief. Een objectief met een brandpuntafstand van 35mm of minder wordt gewoonlijk een groothoekobjectief genoemd.

Grijs punt
Het grijze punt vormt het midden van het toonbereik van een afbeelding, tussen zwart en wit. Als optie in een camera of beeldbewerkingstoepassing wijzigt het grijze punt de verdeling van middentonen in het oorspronkelijke beeld. Door het grijze punt aan te passen, kunt u een afbeelding lichter of donkerder maken, afhankelijk van de richting van de wijziging, zonder dat dit van invloed is op de maximale en minimale niveaus in de afbeelding. Zie ook Toon, Tooncurve.

H

Halobreedte
Het aantal pixels rondom een geselecteerde middelste pixel die worden beïnvloed wanneer Onscherp masker wordt toegepast. Wordt ook wel de 'straal' genoemd. Wanneer u de halobreedte vergroot, neemt het aantal pixels toe waarop Onscherp masker van invloed is. Als u Onscherp masker in te hoge mate toepast, ontstaat een ongewenst halo langs de randen in de foto. Zie ook Onscherp masker.

HDMI
High-Definition Multimedia Interface is een compacte audiovisuele aansluiting voor het verzenden van ongecomprimeerde digitale gegevens. HDMI wordt voornamelijk gebruikt om High Definition-apparaten zoals tv's en bepaalde digitale spiegelreflexcamera's met een High Definition-uitgang aan te sluiten.

Highlight Alert weergave
De Highlight Alert weergave laat op het LCD-scherm van de camera knipperend zien welke delen binnen het beeldveld overbelicht zijn. Dit is erg handig wanneer u onderwerpen fotografeert waarbij de details in de lichtere delen erg belangrijk zijn. Als delen van het beeld knipperen, dan kunt u belichtingscompensatie toepassen en een nieuwe opname maken waarbij de overbelichte delen binnen een acceptabel bereik vallen.

Highlight Tone prioriteit
Deze functie zorgt dat de detailgegevens in de lichte delen bewaard blijven. De functie wordt vaak gebruikt bij scènes waar details en gradaties in de lichte delen zichtbaar moeten blijven, zoals bijvoorbeeld sneeuwlandschappen en trouwjurken. Highlight tone prioriteit kan echter resulteren in ‘beeldruis’ in schaduwpartijen, maar dit is afhankelijk van de scène en de gebruikte ISO waarde.

Histogram
Bij digitale fotografie laat het histogram de kleurverdeling van een opname zien. Een goed belichte opname laat zien dat de belangrijkste verdeling van kleuren zich rond het midden bevindt, waarbij naar links en naar rechts een afname waarneembaar is (hoewel er natuurlijk uitzonderingen zijn). Het histogram kan u waarschuwen voor over- of onderbelichting. Als zich aan de linkerkant van het histogram verticale lijnen bevinden, dan is de kans groot dat de opname onderbelicht is. Bevinden de lijnen zich voor het merendeel aan de rechterkant van het histogram, dan is de opname waarschijnlijk overbelicht. Een staafgrafiek die de verdeling van tonen in een afbeelding weergeeft. De horizontale as geeft het toonniveau (helderheid) aan, terwijl de verticale as het aantal pixels aangeeft. De staven in de grafiek geven het aantal pixels met een bepaalde helderheid in de afbeelding weer. Het histogram dat wordt weergegeven in het venster Curves toont de toonverdeling voor het momenteel geselecteerde kanaal en kan worden gebruikt als referentie wanneer u curven bewerkt. Zie ook Toon, Tooncurve.

Hoekzoeker
Een accessoire die de gebruiker helpt onder ongebruikelijke hoeken door de beeldzoeker te kijken. Wordt veel gebruikt bij macrofotografie, want het vergroot tevens het beeld in de beeldzoeker.

Hoofdprogrammawiel
Het wieltje dat zich bij de Canon EOS camera’s net achter de ontspanknop bevindt. Wordt gebruikt voor het selecteren van de belangrijkste door de gebruiker aan te passen opname-instelling. Zie ook Snelinstelwiel.

I

ICC
Het International Color Consortium, een internationale organisatie die standaards ontwikkeld voor kleurbeheer en kleurbeheerprofielen. ICC-profielen zijn ontwikkeld voor de conversie van informatie over de kleurruimte tussen apparaten, met de bedoeling dat het een wereldwijde standaard zal worden.
ICC-kleurprofielen zijn voorgedragen voor toevoeging aan de ISO-standaards (International Organization for Standardization). Zie ook Profiel.

IEEE 1394
Een overdrachtsprotocol voor hoge snelheden dat door het Institute of Electrical and Electronics Engineers is ontwikkeld voor aansluiting van randapparaten, zoals vaste schijven, MO-stations en digitale camera's, op een computer via een kabel.

Image Stabilizer (IS)
Canons handelsmerk om de invloed van cameratrillingen te reduceren.

ImageBrowser
Een toepassingsprogramma van Canon voor Apple Macintosh computers. Deze software is ontworpen voor amateurfotografen en biedt eenvoudige en overzichtelijke mogelijkheden voor het bekijken en rangschikken van gemaakte opnamen.

In fase
Het auto focus (AF) van een EOS camera werkt op basis van het vergelijken van delen van de afbeelding die ‘in’ of ‘uit’ fase zijn. Deze vergelijking vindt in de camera plaats bij de scherpstelpunten. Wanneer het beeld bij het geselecteerde scherpstelpunt in fase is, dan is dat punt scherp.

Integraalmeting met nadruk op het midden
De belichtingsmeter van de camera analyseert de scène om de juiste belichting in te stellen. Bij de integraalmeting met nadruk op het midden krijgen de onderwerpen die zich meer naar het midden van de scène bevinden prioriteit om zo de invloed tegen te gaan van de lichte (of donkere) delen van grote vlakken als luchtpartijen die onderbelichting kunnen veroorzaken.

International Standards Organisation (ISO)
De gevoeligheid van de emulsie op de film voor licht wordt de ‘snelheid’ genoemd en deze snelheid krijgt een ISO (International Standards Organisation) waarde. Zo heeft bijvoorbeeld ISO 50 een lage gevoeligheid en is ISO 1600 erg gevoelig voor licht. ISO wordt ook gebruikt bij digitale camera’s en daar geeft het aan hoe gevoelig de beeldsensor voor licht is.
 


J

JPEG
Een grafische standaardindeling die is ontwikkeld door de Joint Photographic Experts Group. Beelden worden gecomprimeerd met behulp van een discrete cosinustransformatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van de eigenschappen van het menselijk oog. Kwantiseringsstappen in het frequentiebereik worden bij hogere frequenties verkleind in richtingen waarin het oog minder gevoelig is voor details. JPEG-compressie is compressie 'met verlies', wat betekent dat informatie verloren gaat wanneer beelden worden gecomprimeerd, waardoor de beeldkwaliteit afneemt. In sommige implementaties wordt ook compressie zonder verlies ondersteund. JPEG-beelden kunnen worden gecomprimeerd tot maar liefst 100:1, hoewel de kwaliteit in dit geval aanzienlijk afneemt. Bij een compressieverhouding van 20:1 neemt de beeldkwaliteit op een normale kijkafstand echter niet zichtbaar af.

Juiste belichting
De camera probeert voor de juiste belichting te zorgen. Dit door de sensor of film de juiste hoeveelheid licht aan te bieden dat het de scène kan reproduceren zoals het menselijk oog die ziet. De juiste belichting is subjectief en vaak zal iets meer of minder belichting voor het gewenste resultaat zorgen.

K

Kanaal
De componentkleuren in een bepaalde kleurruimte. De kleurruimte RGB bestaat uit een rood, een groenen een blauw kanaal en een hoofdkanaal waarin deze drie worden gecombineerd. Zie ook Kleurruimte.

KB
Kilobyte. Eén kilobyte is gelijk aan 1024 gegevensbytes. Eén byte is ongeveer gelijk aan één teken, zodat één KB overeenkomt met ongeveer 170 woorden in een document. Officieel moet KB worden geschreven met een hoofdletter K, aangezien de hoofdletter duidt op een vermenigvuldiging van 1024, in tegenstelling tot de kleine letter k, die een vermenigvuldiging van 1000 aangeeft, zoals in kbps, een maateenheid voor bandbreedte, die staat voor 1000 bits per seconde.

kb
Kilobit. Eén kilobit is 1000 bits. Deze maateenheid wordt gewoonlijk gebruikt om de snelheid van de gegevensoverdracht van apparaten zoals modems en USB-aansluitingen te beschrijven. De waarde geeft de bruto bandbreedte aan: de werkelijke overdrachtssnelheid is lager, aangezien enkele bits zijn vereist voor foutcorrectie en dergelijke.

Kleurbeheersysteem
Een methode om te zorgen voor consistentie in kleurreproductie tussen apparaten, zoals scanners, monitoren en printers, en tussen verschillende computerplatforms. In het kleurbeheersysteem dat wordt gebruikt door Nikon Capture (vanaf versie 4), wordt gezorgd voor een accurate kleurreproductie door middel van profielen die informatie bieden over de eigenschappen van de monitor of printer en de kleurruimte die voor het bewerken wordt gebruikt. Zie ook ColorSync, ICC, Profiel.

Kleurruimte
Een algemene term die verwijst naar zowel het model dat wordt gebruikt om kleur te definiëren (bijvoorbeeld CMYK of RGB) als het bereik of gamut van kleuren dat kan worden uitgedrukt in een bepaald kleurmodel. Er zijn diverse gestandaardiseerde modellen voor kleurruimte, zoals sRGB en Adobe RGB. Op basis van het uiteindelijke gebruik van de kleurruimte dient de juiste kleurruimte te worden gekozen. Zie ook CMYK, Gamut, RGB.

Kleurtemperatuur
De kleurtemperatuur wordt vaak gebruikt om de kleur van natuurlijk en kunstlicht aan te geven. De kleurtemperatuur wordt aangeduid in Kelvin (K). Daglicht heeft een waarde van 5200K.

Kleurzweem
Wanneer een bepaalde kleur de overhand krijgt, leidt dat bij een specifieke belichtingsconditie tot een onjuist ingestelde witbalans. Dit verschijnsel kan zich ook voordoen bij Automatische witbalans wanneer de camera ‘voor de gek’ wordt gehouden door een groot vlak met een krachtige kleur.

Kruistoetsen
Een kruisvormige opstelling van toetsen aan de achterzijde van sommige EOS camera’s waarmee snel en intuïtief diverse camerafuncties kunnen worden ingesteld.

L

LCD - Liquid Crystal Display.
LCD-schermen zijn plat en licht en verbruiken relatief weinig stroom.

LAB ruimte
Het CIE LAB systeem of de LAB ruimte is een poging tot het definiëren van het kleurenbereik dat mensen kunnen waarnemen. Het is voor digitale fotografie geen praktisch systeem omdat het veel meer kleuren bevat dan met digitale apparaten zijn vast te leggen of te reproduceren. Het is echter zeer waardevol als onafhankelijk referentiesysteem voor kleurmanagement.

Levensecht (Picture Style)
De kleuren worden aangepast op basis van 5200K om overeen te komen met de werkelijke kleuren van het onderwerp. Omdat de scherpte, de verzadiging en het contrast niet worden aangepast, is deze instelling ideaal voor fotografen die alle nabewerkingen zelf willen uitvoeren.

Lichtmeting
Het meten van de hoeveelheid licht dat op een onderwerp valt, of door een voorwerp wordt teruggekaatst; de lichtmeting wordt weergegeven in een bepaalde combinatie van sluitertijd en diafragma, of in een bepaalde lichtwaarde (bij veel losse meters).

Lichtwaarde
Drukt de hoeveelheid gemeten licht uit, die bepaalt welke combinaties van sluitertijd en diafragma een bepaalde belichting opleveren (bij een bepaalde filmgevoeligheid).
Bijvoorbeeld: bij gebruik van een 100 ISO film meet je lichtwaarde 15 (EV 15). Dan krijg je een goede belichting bij f16 - 1/60 of f11 - 1/125 of f8 - 1/250 etc. Zie ook Lichtwaarden

Lijnen / Resolutie
De resolutie van de uiteindelijke foto is afhankelijk van drie factoren: de resolutie van de lens (gemeten in aantal lijnen), de resolutie van de film of de sensor en de resolutie van de printer of het printerpapier. Vaak wordt de resolutie aangeduid in waarden als 50 of 100 lijnen. Deze waarde verwijst naar het aantal lijnen per millimeter van het kleinste zwart/wit lijnenraster dat duidelijk kan worden vastgelegd op de film of sensor.

Live View mode
Stelt u in staat een scène in real time te bekijken op het LCD-scherm van de camera. Live View mode maakt het gemakkelijk om opnamen te maken vanuit moeilijke standen of via een statief: het beeld kan 5 of 10 keer worden vergroot om te helpen bij handmatig scherpstellen. De belichting en de scherptediepte kunnen worden gecontroleerd en aangepast voordat de opname wordt gemaakt. Alle opnameprogramma’s en ook reeksopnamen zijn mogelijk bij fotografie in de Live View mode. Meervoudige lichtmeting wordt gebruikt om de belichting vast te stellen.

L-serie
Objectieven uit het topsegment van Canon. De L staat voor Luxury en verwijst naar de hoge kwaliteit en naar de prijsstelling. Dit zijn de beste objectieven die Canon produceert.

Luminantie
Een aanduiding uit de fysica waarmee de densiteit van de lichtintensiteit wordt aangegeven. Wordt ook vaak aangeduid als Helderheid.

Lithium Ion (Li-ion)
Een batterij die wordt gebruikt door veel digitale camera's van Nikon. Deze batterijen lijden niet onder de geheugeneffecten van NiCd-batterijen en bieden een hogere capaciteit en gaan langer mee dan NiMH-batterijen.

M

MB
Megabyte. Eén miljoen gegevensbytes. Aangezien dit verwijst naar een binair systeem, komt één megabyte overeen met 1024 KB (kilobytes) of 1.048.576 bytes aan gegevens.

Metadata
Gegevens over de gegevens. Bij digitale fotografie bevat de metadata informatie over het fotobestand, zoals de camera-instellingen die zijn gebruikt, de bestandsgrootte en de kleurruimte.

Meetmethode
De methode waarmee de camera de juiste belichting bepaalt.

Micrometer (μm, micron)
Eén miljoenste meter of 1000 nanometer.

Middelste punt
Zie Grijs punt.

Miniatuur
Een kleine voorbeeldafbeelding, het digitale equivalent van een contactblad voor een fotorolletje. Beelden die in Nikon Capture worden geladen, worden weergegeven in een lijst met miniaturen in het gedeelte Miniaturen van het venster Camerabeeld.

MPEG
Motion Picture Experts Group (MPEG) is een video-indeling met compressie.

MP-E lens
Een speciaal door Canon geproduceerd macro-objectief. Met levensgroot een vergroting van 1x tot 5x.

Multi-Controller
De naam die Canon heeft gegeven aan de kleine joystick knop aan de achterzijde van een groot deel van de huidige EOS camera’s. Voor snelle navigatie door de menu’s en voor het selecteren van het scherpstelpunt.

N

N3 Remote compatibiliteit
Elke camera met een N3 remote aansluiting. N3 is een Canon steker die wordt gebruikt in middensegment consumentenmodellen en professionele camera’s.

Nanometer (nm)
Eén miljardste meter (10-9 meter). Eén miljoenste millimeter.

Neutraal (Picture Style)
De kleurinstelling Neutraal zorgt voor natuurlijke kleuren en ingetogen tinten zonder dat de scherpte, verzadiging of het contrast toenemen. Omdat de instelling Neutraal weinig aanpassingen voor de opname betekent, is deze instelling ideaal voor fotografen die nabewerking graag zelf willen uitvoeren.

NEF
De afkorting van Nikon Electronic Image Format, een bestandsindeling voor foto's die is ontwikkeld door Nikon en 12-bits RAW-beeldgegevens met een hoge resolutie ondersteunt. In Windows hebben NEF-bestanden de extensie '.nef'. NEF-beelden kunnen alleen worden geopend en bewerkt in Nikon-software. Het voordeel van de NEF-indeling is dat hoewel gebruikersinstellingen zoals curven en kleurbalans worden opgeslagen, deze niet worden toegepast op de oorspronkelijke beeldgegevens. NEF-beelden kunnen daardoor onbeperkt worden bewerkt en opgeslagen zonder dat de kwaliteit van de oorspronkelijke foto afneemt of de foto verandert. NEF-bestanden vereisen echter relatief veel opslagruimte vergeleken met JPEG. Zie ook RAW-foto.

NiCd
Nikkel Cadmium batterijen. Een veelgebruikt type oplaadbare batterij, gewoonlijk van AA- of AAA-formaat. Deze batterijen kunnen meestal tussen de 500 en 1000 maal worden opgeladen. NiCd's hebben echter te lijden onder een geheugeneffect: als deze batterijen opnieuw worden opgeladen voor ze helemaal leeg zijn, neemt de maximale lading ervan steeds verder af. Zie ook NiMH

NiMH
Nikkel MetaalHydride batterijen bieden een grotere capaciteit dan NiCd-batterijen en worden vaker gebruikt met digitale camera's. Ze hebben niet te lijden onder het geheugeneffect van NiCd-batterijen en kunnen daardoor opnieuw worden opgeladen voor ze helemaal leeg zijn.
NiMH-batterijen kunnen gewoonlijk maximaal 500 maal worden opgeladen.

NRW
Een RAW-indeling van Nikon die beschikbaar is op bepaalde COOLPIX-camera's. Deze RAW-indeling is vergelijkbaar met de NEF-indeling, maar biedt minder bewerkingsopties en bevat 8-bits beeldgegevens in plaats van 12-bits zoals NEF-bestanden. Deze indeling wordt alleen gebruikt door COOLPIX-camera's en de naam ervan is gewijzigd om verwarring met NEF-beelden van digitale spiegelreflexcamera's van Nikon te voorkomen. NRW-beelden kunnen worden bewerkt met Nikon-software of software die compatibel met WIC (Windows Image Component) op pc's met Windows XP of Vista.
 


O

Omgevingslicht
Het licht dat al in een scène aanwezig is. Dit in tegenstelling tot licht dat afkomstig is van een flitser.

Onscherp masker
Zie USM

Oplaadduur
De tijd die een Speedlite flitser nodig heeft om tussen de flitsen weer op te laden. Hoe hoger de intensiteit waarmee de flitser flitst, des te langer zal de periode tussen de flitsen duren.

Opnameprogramma
Verwijst naar een opnameprogramma waarmee de camera of de gebruiker het diafragma of de sluitertijd kan regelen voor het maken van een foto.

Opnamesnelheid
Kijk ook bij sluitertijd

Optische Image Stabilizer
Een systeem dat de bewegingen van de camera en het objectief compenseert door gebruik te maken van elementen in het objectief zelf. Dit resulteert in scherpere beelden bij langere sluitertijden en zorgt ook voor een stabieler beeld in de beeldzoeker bij het vaststellen van de gewenste compositie. Zie ook Image Stabilizer.

Optische elementen met diffractiewerking (DO)
DO lenzen gebruiken een optisch element met diffractiewerking om zo een objectief te kunnen produceren dat kleiner en lichter is dan andere objectieven met dezelfde brandpuntafstand. DO lenzen behoren qua constructie en prestaties tot dezelfde klasse als de L-serie objectieven. Ze zijn voorzien van een groene ring rondom de behuizing van het objectief.

Objectief met perspectiefregeling
Wordt ook een Tilt and Shift objectief genoemd. Hiermee kunt u het perspectief van een onderwerp aanpassen en voorkomen dat bij architectuurfotografie de verticale lijnen naar elkaar toe gaan lopen. Kan ook worden gebruikt om het scherpstelvlak van het objectief aan te passen, waardoor een grotere scherptediepte ontstaat. Canon heeft een assortiment Tilt and Shift objectieven dat bekend staat als de TS-E serie.

Overschrijven
Hierbij wijzigt de gebruiker een instelling die door de camera was geselecteerd.

P

Pictbridge
Een industriestandaard die het mogelijk maakt rechtstreeks af te drukken vanaf een digitale camera op een printer. Pictbridge-compatibele camera's kunnen rechtstreeks worden aangesloten op een Pictbridge-compatibele printer zonder dat een computer nodig is om de beelden te verwerken.

Pipet
Een gereedschap waarmee het witte punt, het grijze punt of het zwarte punt kan worden aangegevens of ingesteld. Zie ook Zwart punt, Grijs punt, Wit punt.

Plug-in
Een softwaremodule die functionaliteit toevoegt aan een andere toepassing. Wordt ook wel 'insteekmodule' of 'invoegtoepassing' genoemd.

ppcm
Pixels per centimeter. Een maateenheid voor resolutie. Hoe meer pixels per centimeter, hoe hoger de resolutie. Zie ook ppi, Resolutie.

ppi
Pixels per inch. Een maateenheid voor resolutie. Hoe meer pixels per inch, hoe hoger de resolutie. Zie ook ppcm, Resolutie.

Profiel
Een bestand dat de kleureigenschappen bepaalt van een invoerapparaat, zoals een scanner of digitale camera, of een uitvoerapparaat, zoals een printer of monitor, of de kleurruimte die wordt gebruikt om beelden te bewerken. Profielen worden door kleurbeheersystemen gebruikt om te zorgen voor een consistente kleurreproductie. Het Nikon Color Management System dat wordt gebruikt door Nikon Capture gebruikt ICC-profielen. Zie ook Kleurruimte, ICC.

PIC programma’s
Een acroniem voor Program Image Control programma’s. Nu wordt de aanduiding Basisprogramma’s gebruikt.

PictBridge
Een industriestandaard om rechtstreeks vanaf camera’s naar printers te printen. De PictBridge standaard maakt het mogelijk met Canon of niet-Canon printers te printen vanaf Canon camera’s of niet-Canon camera’s.

Picture Styles
Een Canon technologie waarbij het resultaat wordt aangepast door beeldbewerkingen in de camera zelf. Dit lijkt op het kiezen van een ander type film bij camera’s die met filmrollen werken.

Pieper (of zoemer)
Een apparaatje dat een piepend of soortgelijk geluid maakt om de gebruiker te informeren over diverse functies van de camera. Wordt meestal geassocieerd met het bereiken van de scherpstelling wanneer One Shot AF wordt gebruikt.

Pixel
Pixels zijn de kleinste delen van een beeld die samen het beeld vormen. Elk van deze pixels is gevoelig voor licht – maar niet voor kleur. Om de kleurengegevens van een onderwerp vast te leggen, heeft elk pixel een rood, groen of blauw filter.

Programmawiel
Het keuzewiel op de camera om het opnameprogramma te selecteren. Het grote instelwiel dat zich bevindt aan de achterzijde van modellen voor consumenten en professionals. Kan worden gebruikt voor diverse camera-instellingen, voor navigatie door de menu’s en voor het selecteren van de scherpstelpunten.

R

RAW-foto
Een foto is die gemaakt met de instelling HI-RAW voor beeldkwaliteit. 'Raw' (ruwe) ongewijzigde beeldgegevens van de beeldsensor van de camera (CCD of Charge-Coupled Device) worden opgeslagen in een ongecomprimeerde vorm met een bitdiepte van twaalf bits per pixel. RAW-foto's kunnen alleen worden geopend in Nikon Capture en moeten worden opgeslagen in een standaardindeling zoals TIFF of JPEG voordat ze kunnen worden geopend in een andere toepassing. Een RAW afbeelding bevat de beeldgegevens zoals die door de sensor zijn vastgelegd. Een RAW bestand wordt vaak aangeduid als het ‘digitale negatief’ omdat de gegevens kunnen worden bewerkt en voor verschillende resultaten op verschillende manieren zijn te printen – net zoals het negatief van een camera met film. Om RAW bestanden te kunnen bewerken heeft u conversiesoftware als DPP nodig. Hiermee converteert u het RAW bestand in een bestandstype dat geschikt is voor bewerking.
Zie ook NEF, NRW.

Resolutie
De dichtheid van de punten of pixels waaruit een beeld bestaat, gemeten in dots (punten) per inch (dpi) of pixels per inch (ppi). De resolutie van Macintosh-monitoren bedraagt bijvoorbeeld 72 ppi. Hoe groter de dichtheid van de punten of pixels, hoe hoger de resolutie en hoe meer details kunnen worden weergegeven. Resolutie is dus het digitale equivalent van het oplossende vermogen van film. Computermonitoren hebben gewoonlijk een resolutie van 72 ppi of 96 ppi, terwijl printers een resolutie van 300 dpi, 600 dpi, 1200 dpi of 2400 dpi kunnen hebben. Zie ook ppcm, ppi.

RGB
Een additief kleurmodel dat wordt gebruikt door monitoren, waarbij licht dat wordt uitgezonden in drie primaire kleuren (rood, groen en blauw), wordt gecombineerd om zo uiteenlopende kleuren te vormen. Wit wordt gemaakt door de drie kleuren in gelijke, maximale hoeveelheden te mengen.

Richtgetal (GN)
Het richtgetal van een flitser is een indicatie van het vermogen. Hoe hoger het getal, des te krachtiger is de flitser.

Rode-ogen
Een rode gloed die in de ogen van mensen op de foto verschijnt wanneer met een flitser is gefotografeerd. Doet zich vooral voor wanneer de flitser zich dicht bij de as van het objectief bevindt (ingebouwde flitser of een op de camera aangesloten Speedlite).

Ruis / Beeldruis
Gegevens in een beeldbestand die geen deel uitmaken van de oorspronkelijke foto. Het digitale equivalent van filmkorrel. De aanwezigheid van ruis leidt tot een afname van de beeldkwaliteit. Ruis verschijnt voornamelijk in donkere delen van de foto en kan worden verminderd door de belichting aan te passen of door schaduwen te verlichten. Wanneer u fotografeert met hoge ISO waarden of lange sluitertijden, dan produceert de elektronica in de camera een ‘beeldruis’. Dit komt overeen met de ‘witte ruis’ bij een TV met slechte kanaalafstemming of de korrelvorming bij fotofilms.
 


S

Schaal
Het uitvoerformaat van een afbeelding als percentage van het invoerformaat. Bij een schaal van of 50% worden beelden uitgevoerd op de helft van het oorspronkelijke lineaire formaat (een kwart van de totale grootte).

Scherptediepte
Het deel van de scène van voor naar achter dat op de foto als scherp wordt beoordeeld.

Scherpstelling / AF mode
EOS camera’s hebben diverse mogelijkheden van scherpstelling, waaronder AI Focus, AI Servo, One Shot en Handmatige scherpstelling. Raadpleeg de individuele definities voor meer informatie.

SD geheugenkaarten
SD of Secure Digital geheugenkaarten zijn een standaard type geheugenkaart dat in digitale camera’s wordt gebruikt.

Scherpte

Dit kan verwijzen naar de scherpte van een lens als gevolg van de optische eigenschappen, de scherpte die wordt verkregen bij nabewerking op een computer of de beeldscherpte die wordt toegepast met de parameters bij Picture Style. Hoe scherper het beeld, waar dat dan ook het gevolg is, des te duidelijker de overgang tussen de naastliggende kleurtinten op de foto of afbeelding.

SCSI
Small Computer System Interface (uitgesproken als 'skoezie') is een oudere technologie die wordt gebruikt om randapparaten (scanners, vaste schijven, printers en dergelijke) aan te sluiten op een computer.

SD
Secure Digital. Compacte geheugenkaart die is ontwikkeld door Matsushita Electric Industrial Co., Ltd., SanDisk Corporation en Toshiba Corporation. Een SD-kaart is klein en biedt een hoge lees- en schrijfsnelheid met enige mate van kopieerbeveiliging voor muziek, films en andere auteursrechtelijk beschermde inhoud. Vanwege de formattering die door SD-kaarten wordt gebruikt (FAT16), hebben ze een maximale grootte van 2 GB. Zie ook SDHC

SDHC
Secure Digital High Capacity is een versie van de hierboven beschreven SD-kaart met een hogere capaciteit. Een SDHC-kaart heeft exact dezelfde vorm en afmetingen als een SD-kaart, maar aangezien een andere formatteringsmethode wordt gebruikt (FAT32), is een SDHC-kaart verkrijgbaar in grootten van meer dan 2 GB. SDHC-kaarten kunnen alleen worden gebruikt in camera's die deze formattering ondersteunen. Raadpleeg de camerahandleiding voor meer informatie over compatibiliteit.

Sensorreiniging
Sensorreiniging is nodig om stofdeeltjes te verwijderen van het glasfilter aan de voorzijde van de beeldsensor. Sommige EOS camera’s hebben een zelfreinigende sensor die het vasthechten van stof reduceert, zodat bij het bij normaal gebruik bijna niet voorkomt dat u zelf de sensor moet reinigen.

Sluitertijd
De tijdsduur die het licht heeft om het diafragma te passeren en op de film of de chip kan vallen. De klassieke reeks is 1 sec, 1/2 sec, 1/4, 1/8, 1/15, 1/30, 1/60, 1/125, 1/250, 1/500, 1/1000 en de andere kant op 2 sec, 4 sec, 8 sec etc. Een stapje verschuiven in deze reeks betekent 2x zoveel of  2x zo weinig licht. Moderne elektronische camera's maken ook gebruik van tussenliggende waarden.

Sluitertijdvertraging
De periode tussen het volledig indrukken van de ontspanknop om een belichting van de sensor of film te starten en het moment waarop de sluiter volledig is geopend om het licht door te laten. Wordt bij EOS SLR camera’s gemeten in milliseconden. Zeer korte sluitertijdvertragingen zijn een kenmerk van de EOS-1D modellen.

Sluitertijdvoorkeuze
Een functie van de camera waarbij de fotograaf handmatig de sluitertijd selecteert en de camera automatisch het juiste diafragma instelt.

Speedlight
Een merknaam voor Nikon-flitsers.

Speedlites
De naam voor het assortiment externe flitsers van Canon.

Spotmeting
Een methode voor het meten van de belichting waarbij de camera het licht binnen een scène meet. Spotmeting maakt gebruik van het licht in het midden van de beeldzoeker, meestal een cirkel met een oppervlak van 2,5 tot 3% van het gehele beeld.

sRGB
sRGB is de universele kleurruimte die wordt gebruikt voor de meeste consumenten printers, compacte camera’s, TV’s en het Internet. Standaard Rood, Groen en Blauw. Algemene kleurruimte die wordt gebruikt door de meeste digitale beeldapparaten. Zie ook RGB.

Statief
Een statief wordt gebruikt om cameratrillingen te voorkomen door een stabiele basis voor de camera te vormen.

Stop
Een stop in de fotografie is een vergroting of verkleining van de hoeveelheid licht met een factor 2. Dat kan zijn door de belichtingstijd met een factor 2 te verlengen of verkorten (bijvoorbeeld van 1/125ste seconde naar 1/250ste seconde). Maar het kan ook zijn door het diafragma met √2 te vermenigvuldigen (bijvoorbeeld van diafragma 2.8 naar diafragma 4) of te delen (van diafragma 4 naar diafragma 2.8).

Streepvorming (Blooming)
Heldere vlekken in een foto die worden veroorzaakt doordat elektrische ladingen overlopen tussen de afzonderlijke pixels van een CCD-ensor.

Stuurprogramma
Computercode of een klein programma dat communicatie mogelijk maakt tussen een softwaretoepassing en een bepaald apparaat, zoals een digitale camera.

Synchronisatietijd
De kortste sluitertijd waarmee de camera bij normale fotografie fotografeert en synchroon blijft met de snelheid van een flitser.
Dit is veelal 1/200ste – 1/300ste seconde.

T

Tagged Image File Format (TIFF)
Een bestandsindeling voor kleuren- of grijswaardenafbeeldingen die geschikt is voor de opslag van bitmapafbeeldingen, zoals digitale foto's. In sommige implementaties ondersteunt TIFF LZW- en packbit-compressie 'zonder verlies'. (Bij compressie zonder verlies gaat er geen informatie verloren wanneer een afbeelding wordt gecomprimeerd, in tegenstelling tot bij compressiemethoden met verlies, zoals JPEG, waarbij details worden opgeofferd om een hogere compressieverhouding te behalen.) Beelden die met Nikon Capture worden opgeslagen in de TIFF-indeling, worden niet gecomprimeerd. Dit type bestand kan niet met de camera worden geproduceerd, hoewel het bij sommige oudere EOS modellen mogelijk was een TIFF bestand te maken. Zie ook Compressie, JPEG.

Teleobjectief
Een objectief met een grote brandpuntafstand, zoals 400mm, geeft een sterkte vergroting en maakt dat het onderwerp dichterbij lijkt dan het in werkelijkheid is. Deze objectieven worden teleobjectieven genoemd (het effect is hetzelfde als wanneer u door een telescoop kijkt). Een objectief met een brandpuntafstand van 70mm of meer wordt meestal een teleobjectief genoemd.

Tijdwaarde (Tv programma)
Zie ook Sluitertijdvoorkeuze

Tint
Een bepaalde kleurgradatie; een schakering of tint.

Tintcurve
Een aanpassing die plaatsvindt bij de nabewerking van een foto. Dit kan in de camera zelf of met een computer. Deze aanpassing heeft invloed op de helderheid en het contrast van de schaduwen, de middenpartijen en de lichte delen.

TIFF
Tagged Image File Format. Een bestandsindeling voor kleuren- of grijswaardenafbeeldingen die geschikt is voor de opslag van bitmapafbeeldingen, zoals digitale foto's. In sommige implementaties ondersteunt TIFF LZW- en packbit-compressie 'zonder verlies'. (Bij compressie zonder verlies gaat er geen informatie verloren wanneer een afbeelding wordt gecomprimeerd, in tegenstelling tot bij compressiemethoden met verlies, zoals JPEG, waarbij details worden opgeofferd om een hogere compressieverhouding te behalen.) Beelden die met Nikon Capture worden opgeslagen in de TIFF-indeling, worden niet gecomprimeerd. Zie ook Compressie, JPEG.

 

Toon
De helderheid van een afbeelding, gemeten als de gecombineerde intensiteit van rood, groen en blauw of de intensiteit van elk van deze kleuren (kanalen) afzonderlijk. Het aantal tonen dat kan worden weergegeven hangt af van de bitdiepte van de afbeelding: Nikon Capture 4 ondersteunt 256 toonniveaus per kanaal bij een bitdiepte van acht bits en 4096 toonniveaus per kanaal bij een bitdiepte van twaalf bits. (Gegevens met een bitdiepte van twaalf bits worden intern verwerkt als 16-bits gegevens.) De verdeling van de tonen in de afbeelding ziet u in het histogram in het venster Curves. Zie ook Bitdiepte.

Tooncurve
Een visueel hulpmiddel in een toepassing dat wordt gebruikt om de toonkenmerken te bewerken door een transformatie te definiëren tussen de invoerhelderheid en de uitvoerhelderheid in het volledige toonbereik of een deel ervan. Door de vorm van de tooncurve te wijzigen, verandert u de relatie tussen de invoer (de tonen in de originele foto) en de uitvoer (de tonen zoals deze er na bewerking uitzien). Dit is het digitale equivalent van een densitometrische curve. Zie ook Toon.

TWAIN
Een standaard voor invoerapparaten, zoals scanners en digitale camera's. Toepassingen die TWAIN ondersteunen, kunnen gegevens binnenhalen van elk TWAIN-compatibel apparaat.

TS-E objectief
Kijk bij Objectief met perspectiefregeling.

U

Uit fase
Verwijst naar een situatie waarbij twee fases van iets niet in lijn liggen. Wordt bij autofocus gebruikt om aan te geven dat het onderwerp niet scherp in beeld is.

Uitsnede
Het gedeelte van een afbeelding dat is geselecteerd in een beeldvenster.

USB
Universal Serial Bus. Een standaard voor seriële computerinterfaces die automatische 'plug-en-play' herkenning van randapparaten mogelijk maakt. Bovendien zijn USB-randapparaten 'hot pluggable', wat betekent dat ze kunnen worden aangesloten terwijl de computer of het apparaat is ingeschakeld. Afhankelijk van het type interface dat in de computer is geïnstalleerd, werkt USB op een hoge snelheid (high-speed, alleen USB 2.0), met een maximale overdrachtssnelheid van 480 Mbps, of op volle snelheid (full-speed, USB 1.1, USB 2.0), met een maximale overdrachtssnelheid van 12 Mbps. Computers met Windows Vista, Windows XP, Windows 2000 Professional of Mac OS X met een USB 2.0-interface ondersteunen high-speed USB. Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant van het desbetreffende apparaat.

USM Unsharp Mask
Een filter dat de schijnbare scherpte van bitmapafbeeldingen vergroot. Wordt soms ook wel afgekort tot 'USM' (van Unsharp Mask). Een onscherp masker benadrukt het verschil in kleur en helderheid tussen randen (contouren) en de rest van de afbeelding. Zie ook Halobreedte, Drempel.

USM
De Canon technologie voor automatisch scherpstellen. USM is een acroniem voor Ultra Sonic Motor. Dit type aandrijving zorgt voor snel, nauwkeurig en stil automatisch scherpstellen.

V

Vast brandpunt
Een objectief met een vast brandpunt. Een objectief dat slechts één brandpunt heeft. Dit in tegenstelling tot een zoomobjectief.

Verlichting
Het licht dat op een onderwerp valt. Verlichting kan allerlei kleuren hebben (b.v. daglicht, kaarslicht of flitslicht, zie ook Kleurtemperatuur) en kan gericht (hard met hoog contrast) of bijvoorbeeld diffuus (zacht met laag contrast) zijn.

Verzadiging
Verzadiging is de densiteit van een kleur die is vastgelegd op de foto. Hoe hoger de verzadiging van de kleur, des te natuurlijker de kleur zal overkomen.

Voorkeuren
Een groep instellingen waarmee een gebruiker de basiswerking van een bepaald programma kan afstemmen op zijn of haar wensen of voorkeuren.
 


W

Witbalans
Het menselijk oog kan zich aanpassen aan veranderingen in de verlichting. Niet al het licht heeft dezelfde kleurtemperatuur. De instellingen voor de witbalans maken het mogelijk de rode, groene en blauwe componenten van het licht zo aan te passen dat de kleuren levensecht worden gereproduceerd. Met andere woorden, dat op het eindresultaat de kleur wit ook inderdaad wit is.
Daardoor ziet een wit voorwerp er voor mensen altijd wit uit, ongeacht of dit voorwerp wordt bekeken in direct zonlicht, onder een bewolkte hemel of binnenshuis bij gloeilamp- of tl-licht. Een digitale camera moet de kleuren daarentegen altijd aanpassen aan de verlichting om ervoor te zorgen dat voorwerpen die in werkelijkheid wit zijn er ook wit uitzien in de uiteindelijke foto. Deze aanpassing wordt de 'witbalans' genoemd.

Witbalans versterking
Digitale Canon EOS camera’s bieden de mogelijkheid om de witbalans aan te passen aan uw persoonlijke voorkeur. De instellingen voor de witbalans kunnen worden gewijzigd zodat meer groen, magenta, amber of blauw wordt gebruikt. Dit conform de door de fotograaf gewenste resultaten.

Witbalanstrapje
Een functie die u vanaf de EOS 10D aantreft bij de digitale EOS camera’s. De instellingen van de witbalans kunnen zo worden geregeld dat bij elke foto drie opnamen worden gemaakt. Elk van deze drie opnamen heeft een iets andere witbalans (zie bovenstaand) en deze is afhankelijk van de instellingen van de fotograaf.

Wit punt
De invoerwaarde waarboven alle tonen worden toegewezen aan de maximale uitvoerwaarde (voor het hoofdkanaal is dit standaard wit). Details die lichter zijn dan het witte punt gaan verloren. Zie ook Toon, Tooncurve.

Workflow
Workflow is de uitdrukking die wordt gebruikt voor het proces van het downloaden van een foto in de camera naar een computer om deze te bewerken en ‘gereed te maken’ voor gebruik.

Z

Zoom
Het proces waarbij de brandpuntafstand van een zoomobjectief wijzigt om de afmetingen van het onderwerp te vergroten of te verkleinen. Deze uitdrukking verwijst ook naar het aanpassen van de formaat van foto’s op het LCD van een camera of op een beeldscherm.

ZoomBrowser
ZoomBrowser is een Canon programma voor het beheren van foto’s. Het is software die als een tussenstation fungeert van waaruit u op uw computer foto’s op kunt beheren die zijn gemaakt met Canon digitale camera’s en ook ander beeldmateriaal dat zich op uw computer bevindt.

Zoomobjectief
Een objectief dat met meerdere brandpuntafstanden kan fotograferen.

Zwart punt
De invoerwaarde waaronder alle invoertonen worden toegewezen aan de minimale uitvoerwaarde (standaard geen kleur, of zwart). Details die donkerder zijn dan het zwarte punt gaan verloren. Zie ook Toon, Tooncurve. "Dark current" ruis

Belichting

Belichting is een term die wordt gebruikt bij fotografie, in het theater en bij de filmindustrie.

De kunst van belichting is het zorgen voor voldoende licht van de juiste intensiteit, van de juiste kleur op de juiste plaats. Dit laatste is met name in het theater van belang, omdat het daar niet alleen zaak is dat er genoeg licht op de juiste plaats is, maar ook dat het elders donker is, zodat de aandacht van het publiek daar komt waar het bedoeld is.

Zelfs bij daglichtopnames wordt vaak nog belichting toegepast, bijvoorbeeld omdat er in de schaduw gefilmd wordt, of tijdens de schemering. Dit wordt gedaan met HMI lampen, deze hebben een hoge kleurtemperatuur. Een hoge kleurtemperatuur betekent dat het licht vrij blauwig is. De kleurtemperatuur van zonlicht is nooit constant, deze komt overeen met daglicht film, indien de lengte van de schaduw gelijk is aan het object. Hoe korter de schaduw hoe hoger de kleurtemperatuur (blauwer), indien langer dan lager (roder) geregistreerd wordt door de film. Daarentegen zijn gloeilampen heel gelig en hebben dus een lage kleurtemperatuur.

In de fotografie wordt belichting vaak als "uitlichting" aangeduid, de "belichting" is hier de totale hoeveelheid licht die op het gevoelige materiaal of de beeldsensor valt. Deze belichting is afhankelijk van de helderheid van het onderwerp, het gebruikte diafragma en de belichtingstijd. De belichting hangt verder ook nog af van de filmgevoeligheid (ISO-waarde) van het gebruikte opnamemateriaal.

Normaal gesproken regelt de belichtingsmeter van de camera de belichting. Vaak doet de camera dit heel goed, maar er zijn van die momenten dat hij het maar lastig vind en het resultaat is dan vaak onderbelichting of overbelichting. Dat zijn de momenten dat de fotograaf moet inspringen.

Hoe meet de camera de belichting dan?

Dat is afhankelijk van de camera en de instelling die de fotograaf heeft ingesteld. Op de meeste camera's tegenwoordig is het mogelijk om te kiezen uit 3 mogelijkheden:

  1. Matrixmeting (meervoudige belichting)
  2. Centraalmeting
  3. Spotmeting

Matrixmeting is een lichtmeting waarbij de beeldzoeker is opgedeeld in verschillende zones. In elke zone wordt een lichtmeting gemeten en een ingebouwd computertje analyseert dan met name de extreme waarden van  lichtheid en/of donkerheid.Hij berekent dan een belichting en probeert daarbij fouten te vermijden die onder- of overbelichting zouden geven. Hoe meer zones, hoe doeltreffender het systeem.

Centraalmeting is een lichtmeting die het  gehele oppervlakte bekijkt maar zich concentreert op een cirkel in het centrum. Deze cirkel is verschillend van grootte en vaak ook in te stellen. Met name op oude camera's werd deze lichtmeting veel gebruikt.

Spotmeting is een lichtmeting op één punt van het oppervlak. Vaak 1% groot, hoewel ook dit tegenwoordig geregeld is in te stellen.

Centraalmeting gebruik ik uiterst zelden. Meestal gebruik ik het geavanceerde matrixmeting. Maar er zijn van die situaties dat je met matrixmeting niet de foto krijgt die je voor ogen had. Meestal betreft het dan situaties met extreem veel lichte en/of donkere partijen. Bv een close up van iemand die voor een open raam staat.

Door de hoeveelheid licht die het raam doorlaat wordt het gezicht veel te donker weergegeven. Op zo'n moment kun je een spotmeting op het gezicht doen. Het licht van het raam zal dan wel als gevolg vrijwel wit overkomen. Een andere oplossing zou een invulflits kunnen zijn (zie flitsen)

Bij landschapsfotografie komen we ook vaak dit verschijnsel tegen. Met name als er vrijveel lucht op de foto komt en er schaduwen in het landschap zijn. Ook hier kun je dan een spotmeting (of centraalmeting) doen op een punt waarvan je in ieder geval wilt bereiken dat dat juist belicht wordt en een middentoon is.

Een middentoon is een kleur die overeenkomt met middengrijs. Een vb kan gras zijn bij landschappen. Vaak worden bij landschappen dan gradatiefilters gebruikt die de lucht wat donkerder maken maar het landschap niet. Met zo'n filter voorkom je dat de lucht overbelicht op de foto komt.

Een ander hulpmiddel op de camera is de belichtingscompensatieknop. Meestal aangeduid als +/_. Met deze knop kun je de belichting in stappen van 1/3 stop of 1/2 stop over dan wel onderbelichten. Met deze knop kun je de belichtingsmeter van de camera dus corrigeren als je verwacht dat iets te licht dan wel te donker weergegeven gaat worden. Bv wanneer een groot onderwerp tegen een witte achtergrond staat, kun je door ongeveer 1 stop over te belichten (+1,0) ervoor zorgen dat het voorwerp niet als silhouet op de foto zal verschijnen. Wanneer een onderwerp tegen een donkere achtergrond staat geldt uiteraard dat je moet onderbelichten met bv 1 stop. (-1,0)

Naast dat de camera in samenwerking met de fotograaf de belichting regelt zijn er ook manuele belichtingsmeters.

 

Het grote voordeel van zo'n afzonderlijke meter is dat je niet alleen het gereflecteerde licht kunt meten maar ook het licht dat daadwerkelijk op het onderwerp valt.(mits dat niet een vliegende vogel of een kasteel in de verte dat in het water staat is). Minolta bv. maakt hele goede....

Het dynamisch bereik van een film of camera is uiteraard ook van groot belang. Dit is het bereik tussen het donkerste en lichtste punt en alle gradaties daartussen. Hoe groter het dynamisch bereik, hoe minder snel een foto overbelichte of onderbelichte resultaten zal geven. Bij film is (was) het dynamisch bereik groter dan bij de CCD's die in digitale camera's gebruikt worden.

Compositie

Compositie is in de beeldende kunst het ordenen van beeldelementen volgens een vooraf bepaalde strategie. Het is een poging tot creëren van orde in de chaos. De term compositie wordt soms ook gebruikt als titel van een kunstwerk, dit wanneer het de bedoeling is geweest van de kunstenaar om een werk te maken met als doel een boeiende vlakverdeling te creëren. Vroeger heeft men meer dan eens geprobeerd om vaste regels op te stellen, maar dat is niet gelukt. De ideale verhouding van vormen tegenover elkaar dacht men te vinden in de Gulden snede. De 20e eeuw heeft de vaste regels vervangen door persoonlijk stijlonderzoek dat individueler en persoonsgebonden verloopt.

Compositie is ook het werken met tegenstellingen. Vroeger werd meer gedacht in harmonische termen, daar waar in de hedendaagse kunst vaak de disharmonie de bovenhand voert. De toeschouwer wordt geprikkeld en uitgedaagd om de compositie te verbeteren. Een absoluut meester in het ordenen is ongetwijfeld Mondriaan.

Een compositie kan zodanig zijn dat er duidelijk een bepaalde richting in zit: bijvoorbeeld een horizontale, verticale, diagonale of driehoekscompositie. Let je op de plaats die de figuren innemen ten opzichte van elkaar dan onderscheid je de symmetrische en asymmetrische compositie, de centrale en de verspreide compositie.

compositie

Compositie; regel van derden

De regel van derden is een compositieregel in de fotografie die kan bijdragen aan een interessantere foto. Fotografen wenden dergelijke regels aan als vuistregel.

De regel van derden deelt een afbeelding in negen gelijke vlakken door twee horizontale lijnen te trekken die de foto in drie gelijke stukken delen, evenals twee verticale lijnen. Een foto waarin een aandachtspunt, zoals het onderwerp van de foto, in het midden wordt geplaatst, is meestal niet erg spannend. Wanneer deze op of rond een van de vier kruispunten van deze lijnen valt, ook wel een sterke plaats genoemd, wordt een foto vaak sterker en dynamischer.

In onderstaande foto wordt de regel van derden geïllustreerd. De horizon is geplaatst op een derde van onder. Hierdoor gaat meer aandacht uit naar de lucht en wordt de zonsondergang benadrukt. Wanneer de fotograaf de aandacht wil richten op de zee en het eiland zou de horizon op een derde van boven geplaatst kunnen worden. Twee lijnen kruisen elkaar ter hoogte van de boom. Een ander kruispunt bevindt zich nabij de lichtste plek op de foto, waar de zon zojuist is ondergegaan. Deze vuistregel vereist dus niet dat de aandachtspunten exact samenvallen met de sterke plaatsen.

Rivertree_thirds_md

Vaak beschouwt men een foto waarop de regel van derden is toegepast, als esthetisch meer aangenaam en ogenschijnlijk professioneler. De vuistregel wordt onder meer gebruikt voor de plaatsing van aandachtspunten en van de horizon, het maken van een goede vlakverdeling en het ordenen van lijnen in de compositie.

ISO/ASA waarde

De filmgevoeligheid van een filmrol, fotorolletje of digitale camera wordt uitgedrukt in een getal, waarvoor een aantal normen kunnen worden gebruikt. De gevoeligheidsnormen ISO/ASA (International Organization for Standardization/American Standard Association) en DIN (Deutsches Institut für Normung) berusten op de hoeveelheid licht die nodig is om de zwakste impressie van licht op de fotografische film te doen ontstaan. Hun definitie is gebaseerd op een gemiddelde gradatie bij normaal ontwikkelen. De standaard staat bekend als ISO 5800:1987.

Een verdubbeling van de ISO/ASA waarde betekent dat de film half zoveel licht nodig heeft om een vergelijkbaar bruikbaar beeld te geven.

Tegenwoordig (2007) in de handel verkrijgbare filmsoorten hebben meestal een gevoeligheid van 200 of 400 ASA.

Ook de gevoeligheid van beeldsensoren (CCD of CMOS) van digitale camera's wordt in ISO uitgedrukt, deze kan echter naar believen binnen bepaalde grenzen ingesteld worden door de versterking van het beeldsignaal aan te passen.

Invloed op het beeld

Zowel in de "chemische" als digitale fotografie heeft het gebruik van een hogere filmgevoeligheid een "korreliger" beeld tot gevolg, waarin minder details te zien zijn. In beide gevallen is dit toe te schrijven aan het feit dat bij weinig licht de individuele fotonen een rol gaan spelen. Om in "chemische" film toch voldoende fotonen te vangen worden de zilverkristallen in de film groter gemaakt, of wordt de film zo ontwikkeld dat de kristallen samenklonteren. In een beeldsensor kan de versterking opgevoerd worden, maar zal bij weinig licht het nuttige signaal in de ruis verdrinken. Dit verschijnsel speelt vooral een rol bij beeldsensoren met kleine receptoren, zoals gebruikt in kleine camera's met veel megapixels.

Dynax_7D_iso100

Foto genomen met 100 ISO

Dynax_7D_iso3200

Foto genomen met 3200, let op de korrel in het rode gebied