Wie is online

We hebben 169 gasten en geen leden online

CameraHobby! - de site voor de digitale hobbyfotograaf

Werking camera

Hoe werkt mijn camera.

Een aangepaste witbalans instellen

Een aangepaste witbalans is een handig hulpmiddel dat ervoor zorgt dat u tijdens de nabewerking minder tijd kwijt bent om kleurzwemen te corrigeren. Nadat u de stappen hebt voltooid, kunt u deze zeer gemakkelijk herhalen op verschillende locaties voor verschillende lichtomstandigheden. Als u regelmatig fotografeert bij dezelfde lichtomstandigheden, kunt u een aangepaste witbalans opslaan als preset om testtijd te besparen, bijvoorbeeld bij studiofotografie.

Hiervoor hebt u als referentiepunt een grijskaart* of een effen witte kaart nodig.

 

Houdt de knop WB ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf totdat PRE wordt weergegeven als witbalans in het achterste LCD-venster.

witbalans

 

In dit voorbeeld heeft de D3 vijf presets, hoewel dit afhangt van het cameramodel. Op de D3 kunt u een aangepaste witbalans opslaan in een preset van d-0 tot d-4 met behulp van de secundaire instelschijf.

Nadat u een preset hebt geselecteerd waarin u de aangepaste witbalans wilt opslaan, moet u een waarde vastleggen. Voer hiervoor deze stappen uit:

  • Druk de knop voor WB in en houdt deze voor ongeveer zes seconden vast.
  • De PRE-aanduiding zal gaan knipperen om aan te geven dat er een waarde kan worden opgenomen.
  • Voordat PRE stopt met knipperen dient u uw referentiepunt (wit papier of een grijskaart) beeldvullend uit te kaderen en de ontspanknop volledig in te drukken om de waarde vast te leggen.
  • De waarde van de WB wordt niet beïnvloed wanneer het referentiepunt binnen of buiten het scherptegebied valt.

 

  • Als de meting succesvol is zal het woord 'Good' in de displays knipperen.In de zoeker ziet u 'Gd'.
  • Als de lichtomstandigheden te helder of te donker zijn, kan de camera mogelijk geen waarde vastleggen. In dat geval knippert 'noGd' en moet u de stappen herhalen. Als er geen waarde wordt vastgelegd terwijl het symbool PRE knippert, moet u de stappen herhalen.

Als u de nieuwe witbalanswaarde direct wilt gebruiken, laat u de witbalans ingesteld staan op de preset die u voor de test hebt gebruikt.

*Voor fotografie en film wordt een grijskaart vaak gebruikt om de middelste grijstint bij bepaalde lichtomstandigheden te bepalen. Een grijskaart reflecteert 18% van het licht dat erop valt en kan worden gebruikt om de middelste grijswaarde van de belichting van een onderwerp te kalibreren. Grijskaarten zijn online op diverse plaatsen te koop, maar u kunt ook een effen witte kaart of vel papier gebruiken. Het is echter belangrijk dat de kaart of het papier neutraal is.

 

De witbalans van een foto kopiëren
Met uitzondering van de D1, D1H, D1X en D100 kunt u bij alle digitale spiegelreflexcamera's van Nikon de witbalansinstellingen kopiëren van een eerder gemaakte foto. De gebruiker kan de witbalans van een foto* op de geheugenkaart in de camera kopiëren. Deze foto kan een JPEG- of NEF-bestand zijn. NEF-bestanden die zijn bewerkt met de optie voor witbalansaanpassing in Nikon Capture NX kunnen ook worden geselecteerd en gebruikt. Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie.
* Camera's kunnen alleen foto's gebruiken die zijn gemaakt met hetzelfde cameramodel. Zo kan een D200 alleen foto's gebruiken die zijn gemaakt met een D200.

 

COOLPIX-camera's
Als u de functie voor vooringestelde witbalans van een COOLPIX-camera wilt gebruiken, wordt aanbevolen een wit in plaats van een neutraal grijs voorwerp te gebruiken. Plaats het witte voorwerp dicht bij het onderwerp, zodat dit wordt verlicht door dezelfde lichtbron. Wanneer u de witbalansoptie Preset selecteert, zoomt de camera in. Neem het witte voorwerp zo in beeld dat dit het vierkant in het midden van het venster vult, zoals hieronder wordt aangegeven.

witbalans2

Selecteer 'Meten' om de vooringestelde witbalans te berekenen. Als de vooringestelde witbalans wordt geselecteerd, worden de belichting en alle instellingen door de camera bepaald. De oorspronkelijke zoompositie van de camera wordt hersteld.
De interne flitser zal niet afgaan, ook al is deze ingeschakeld tijdens het meten van de witbalans. U kunt geen vooringestelde witbalans meten met de interne flitser of een externe flitser. Als u een flitser wilt gebruiken, stelt u de witbalansinstelling voor de flitser in.

Raadpleeg de gebruikshandleiding als u niet zeker weet of uw camera een optie voor aangepaste witbalans biedt.

 

 

Bron: Nikon Nederland

Nikon FP high-speed synchronisatie

 

Dankzij FP high-speed synchronisatie (waarbij FP staat voor 'focal plane' of beeldvlak) kunnen fotografen een groter diafragma gebruiken en zo een kleinere scherptediepte bereiken. Er kunnen kortere sluitertijden worden gebruikt dan de normale hoogste synchronisatiesnelheid van de camera. Bij gebruik van de flitsinstelling FP kunnen sluitertijden tot de maximale sluitertijd van de camera, bijvoorbeeld 1/4000e, worden geselecteerd. De instelling van de flitsbelichting in de FP-stand gebeurt volledig handmatig op camera's uit de D1-serie. Alle belichtingsstanden kunnen worden gebruikt bij camera's die automatische FP en de SB-800, SB-600 en SU-800+SB-R200 ondersteunen.

 


In deze stand geeft de flitser een doorlopende reeks flitsen met een geringe sterkte af vanaf van het moment dat het sluitergordijn wordt geopend totdat dit volledig is gesloten. Dit maakt het mogelijk flitsfoto's te maken bij kortere sluitertijden dan bij normale flitssynchronisatie. In afbeelding 1 ziet u de volgorde van de gordijnen van een analoge camera. Bij sommige digitale camera's wordt de sluitertijd elektronisch gestuurd door het in- en uitschakelen van de beeldsensor van de camera.

De instelling FP is beschikbaar op camera's uit de D1-serie met de volgende Nikon-flitsers: SB-80DX, SB-28/28DX, SB-25 en SB-26.
Camera's die automatische FP ondersteunen: D3, D2-serie, D700, D300, D200, D90 en D80.
Flitsers die automatische FP ondersteunen: SB-900, SB-800, SB-600 en SU-800+SB-R200.
Andere camera's kunnen niet worden gebruikt met automatische FP.

 

Als het omgevingslicht te helder is, kan een kleiner diafragma zijn vereist om de juiste belichting te verkrijgen, waardoor een grotere scherptediepte ontstaat en de voor- en achtergrond scherper worden.
Als een groter diafragma wordt gekozen, kan de FP-stand worden gebruikt om de invloed van de flitser te vergroten door het effect van het omgevingslicht te verkleinen. Hierbij worden tevens de voor- en achtergrond onscherper.

 

 

FP flits

 

FP instellen op een camera die automatische FP ondersteunt

Op camera's die compatibel zijn met automatische FP kunnen alle belichtingsstanden worden gebruikt en kan de flitsbelichting worden ingesteld via i-DDL, automatisch diafragma of handmatig. U schakelt de FP-stand in door '1/250 (auto FP)' of 'Auto FP Aan' te selecteren via de instelling Auto FP/Flitssynchronisatiesnelheid in het menu met persoonlijke instellingen, afhankelijk van de gebruikte camera. Als deze functie is ingesteld, activeert de flitser de FP-stand als de sluitertijd handmatig wordt ingesteld op minder dan 1/250 in de stand voor sluitertijdvoorkeuze of de handmatige stand, of als de sluitertijd automatisch hierop wordt ingesteld in de stand voor diafragmavoorkeuze of de programmastand.

 

De instelling 1/320 auto FP
Sommige camera's bieden de mogelijkheid een flitssynchronisatiesnelheid van 1/320 in te stellen via het bovenstaande menu met persoonlijke instellingen. Deze optie maakt het mogelijk de ingebouwde flitser te gebruiken met een sluitertijd tot 1/320e seconde, hoewel de ingebouwde flitser dan minder krachtig is. Flitsers die automatische FP ondersteunen kunnen ook worden gebruikt met deze instelling. Als u een sluitertijd tussen 1/250e en 1/320e seconde gebruikt, neemt het richtgetal van de optionele flitser ook af, maar minder dan bij gebruik van normale automatische FP. Raadpleeg de camerahandleiding om te controleren of uw camera deze optie biedt.

 

FP instellen op een camera uit de D1-serie en een SB-80DX

Voer de volgende stappen uit om de camera en de flitser in te stellen:
Houd er rekening mee dat automatische FP niet mogelijk is met de SB-800 of SB-900 en een camera uit de D1-serie.


Stap 1. Stel de belichtingsstand van de camera in op handmatig (M).

FP flits3   

Stap 2. Druk op de knop MODE totdat M verschijnt op het LCD-venster van de SB-80DX.
Druk op de knop + of - op de SB-80DX totdat FP verschijnt op het LCD-venster.

FP flits2

De sluitertijd en het diafragma moeten handmatig worden ingesteld op de camera. Het wordt aanbevolen testfoto's te maken en deze op de LCD-monitor van de camera te bekijken om te controleren of u de juiste belichting hebt verkregen.

 

Bron: Nikon Nederland