Wie is online

We hebben 489 gasten en geen leden online

CameraHobby! - de site voor de digitale hobbyfotograaf

Kleurtemperatuur

De kleurtemperatuur van een lichtbron voor wit licht is gedefinieerd als de temperatuur van een zwart lichaam waarvan het uitgestraalde licht dezelfde kleurindruk geeft als de lichtbron. De kleurtemperatuur wordt meestal uitgedrukt in kelvin (K). Volgens de wet van Wien neemt de golflengte van het uitgestraalde licht af met toenemende temperatuur, en heeft blauwig licht (korte golflengte) een hogere kleurtemperatuur dan roodachtig licht. Vreemd genoeg wordt licht met een lage kleurtemperatuur als "warmer" ervaren dan licht met een hoge kleurtemperatuur.

Correctie door oog

De kleur van het licht dat door een vel helder wit papier weerkaatst wordt, is in feite afhankelijk van het omgevingslicht. Bij verlichting door kunstlicht is de kleur anders dan bij verlichting door daglicht. Het oog corrigeert deze schijnkleur, doordat de betreffende kleurgevoelige cellen (de kegeltjes) na korte tijd sterker uitgeput raken en minder sterke signalen naar de hersenen leiden.

Juiste filmkeuze

Bij foto- en filmopnamen vindt deze aanpassing echter niet automatisch plaats. Bij toepassing van lichtgevoelige films (zoals bij gewone fotografie) wordt daarom een filmtype gekozen, dat is afgestemd op de kleurtemperatuur van de lichtbron. Vooral bij omkeerfilm, waarbij achteraf geen correctie mogelijk is, is het van belang het juiste filmtype te kiezen.

Witbalans

Bij digitale opnamen moet de witbalans (Engels: white balance, WB) worden ingesteld. Moderne apparatuur kan dit ook automatisch. TL-lampen vragen om een handmatige witbalans, omdat elke TL-lamp een andere kleurtemperatuur kan hebben (discontinu spectrum). Dit is te zien aan de laatste twee cijfers op de lamp.

Als bij het filmen of fotograferen de kleurgevoeligheid niet goed op de kleurtemperatuur van de lichtbron is afgestemd, zal dit tot onnatuurlijke kleuren leiden. Wanneer er sprake is van twee of meer lichtbronnen met een verschillende kleurtemperatuur, bijvoorbeeld daglicht (5500 K - 10.000 K) en kunstlicht (2800 K - 3300 K), zal men een keuze moeten maken voor een van de lichtbronnen. Een compromis kan men sluiten door een kleurtemperatuur tussen beide te kiezen, bijvoorbeeld 4300 K. Voor de beste resultaten zal de kleurtemperatuur van kunstlichtbronnen door middel van correctiefilters op het daglicht afgestemd moeten worden.

Mired

De kleurtemperatuur wordt behalve in kelvin ook uitgedrukt in mired, wat staat voor micro reciprocal degree, ofwel 1 miljoen gedeeld door de kleurtemperatuur in kelvin. Daglicht van 5000 K heeft dan een waarde van 200 mired. Deze eenheid heeft als voordeel dat er eenvoudig mee gerekend kan worden. Een kleurcorrectiefilter veroorzaakt een vaste verschuiving van bijvoorbeeld 20 Mired in de kleurtemperatuur. Een blauw filter van 20 mired geeft dan een daglichttemperatuur van 180 mired (5555 K), een rood filter van 20 Mired geeft dan 220 mired (4545 K).

keurtemperatuur

Voorbeelden
temperatuur (K) mired omschrijving
1200 833 kaarslicht
2000 500 zonsopkomst en zonsondergang
2800 357 wolfraam-gloeilamp (gewone lamp), zonsopkomst en zonsondergang
3000 333 studiolamp, 3000-kleur TL lamp ("/830" is kleurweergave 80 en kleurtemperatuur 3000 K)
3200 312 halogeenlamp
3400 294 filmzon
3500 288 een uur na zonsopkomst
4000 250 4000-kleur TL lamp ("/840" is kleurweergave 80 en kleurtemperatuur 4000 K)
4200 - 4700 238 - 213 mengsel van kunst- en daglicht
5000 200 fototoestel-flitser, daglicht ("D50" is "Daglicht 5000")
5600 178 standaard daglicht
6000 167 middagzon
6500 154 Wit/Neutraal. Standaard waarde voor televisie of monitor.
7000 - 10000 141 - 100 Zware bewolking of schaduw aan de noordzijde. Zonder direct zonlicht.