Wie is online

We hebben 270 gasten en geen leden online

Showcase

CCD

CCD - Charge-Coupled Device Een lichtgevoelige, halfgeleidende sensor die optische signalen (l

De perfecte foto uit uw eigen fotoprinter

door Karel Giesen Hoe krijgt u het voor elkaar om dat perfecte plaatje dat u op uw beeldscher

De Eiken Roofvlieg

Roofvliegen (Asilidae) zijn een familie van tweevleugeligen met c.a. 7100 beschreven soorten. Deze w

Zoomobjectief

Een objectief dat met meerdere brandpuntafstanden kan fotograferen.

Speedlight

Een merknaam voor Nikon-flitsers.

Crop factor

Crop (vergrotings) factor De crop factor is een schijnbare vergroting die zich bij een bepaald

Beeldzoeker uitschakeling

Wanneer een foto wordt gemaakt, zal de beeldzoeker tijdelijk ‘op zwart gaan’ want de

Flitswaardevergrendeling (FV)

Wat is flitswaardevergrendeling? FV-vergrendeling (flitswaardevergrendeling) is het flitsequivalent

Beeldschermkalibratie

Wanneer u een digitale opname op een beeldscherm bekijkt, is de kwaliteit afhankelijk van in welk

DSLR Basics 2

DSLR Basics: White Balance by the PhotoExtremist

Heemtuin de Heimanshof

Ik ben een fervent natuurliefhebber. Liefde voor de natuur is mij met de paplepel ingegeven. Mijn ee

AF punt

Auto Focus punt – het punt waarop de camera zal scherpstellen. Dit punt is vaak zichtbaar i

DIGIC

DIGIC / D!GIC (Digitale ImaginG IC) Een door Canon ontworpen digitale beeldprocessor voor het

Zomervakantie 2008 Oostenrijk

De zomervakantie is weer voorbij. Tijd om de foto's te bekijken en te bewerken. Wie van bergen en w

Asferische lenstechnologie

  Asferische lenzen zijn lenzen waarvan het oppervlak een complexe bolling heeft, waarbij de s

Kleurtemperatuur

De kleurtemperatuur van een lichtbron voor wit licht is gedefinieerd als de temperatuur van een zwar

Welsh Springer Spaniel in actie

De Welsh Springer Spaniel is van nature een jachthond. Maar hij voldoet ook prima als gezinshond. De

Hoe beeldsensorreiniging op een digitale spiegelreflexcamera werkt

De beeldsensor is voorzien van een laagdoorlaatfilter dat moiré voorkomt. Als u vermoedt dat

CameraHobby! - de site voor de digitale hobbyfotograaf

Lieveheersbeestje

Algemeen

Lieveheersbeestje worden gekenmerkt door een ronde, zelfs vaak halfbolvormige vorm met korte pootjes die net als de kleine antennen onder het dek- en nekschild kunnen worden teruggetrokken.

lieveheersbeestje

De antennes zijn bij insecten de twee gelede sprieten die vanaf de kop boven of tussen de ogen ontspringen. De basisgeleding heet scapus, de tweede pedicel en de rest vormt het flagellum. Het aantal geledingen wisselt met de aard van het insect. De sprieten kunnen zintuigen van velerlei aard bevatten: zowel reuk- smaak- als tastzin of gehoor komen veel voor. Antennes zijn vaak behaard (veel zintuigen hebben ook een haarvorm). De vorm, kleur, beharing en het aantal geledingen van de antennes zijn belangrijke hulpmiddelen bij het determineren van veel soorten insecten.

De antennes moeten niet worden verward met de kaak- en liptasters of palpen, kleine gelede aanhangsels van de monddelen.

 

Ze hebben vaak rode, gele, witte en zwarte kleuren en zijn vaak gestippeld.

 

lieveheersbeestje

De grootte van de Nederlandse soorten ligt tussen 2 en 10 mm; in Nederland komen een zestigtal soorten voor. De kevers en de larven zijn meestal roofdieren van o.a. bladluizen(die vaak worden beschermd door mieren vanwege hun zoete afscheiding), maar er zijn ook lieveheersbeestjes met een plantaardig dieet.

De meeste lieveheersbeestjes leven ongeveer een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over de leeftijd. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten lieveheersbeestjes.

 

Kenmerken

Net als de boktorren, de snuitkevers, de bladhaantjes en de loopkevers, maken de lieveheersbeestjes (Coccinellidae) deel uit van de orde van de kevers (Coleoptera). Deze insecten zijn te herkennen aan de aanwezigheid van dekschilden, een stevig en ondoorschijnend omhulsel dat ontstaan is door de omvorming van de voorvleugels, waaronder zich de vliesvleugels bevinden (coleos = etui).

Lieveheersbeestjes kunnen soms sterk gelijken op andere kevers of zelfs op sommige wantsen. Het zorgvuldig kijken naar de 'extremiteiten' (poten, antennes, monddelen) kan nuttig zijn bij het vermijden van verwarring tussen lieveheersbeestjes en andere kevers met gevlekte en gekleurde dekschilden. Een voorbeeld van gelijkende kevers zijn de mierenzakkevers uit de familie bladhaantjes. De tarsen van lieveheersbeestjes zijn cryptotetrameer, wat betekent dat ze bestaan uit 3 goed zichtbare leden en een uiterst klein, vierde lid dat verborgen zit tussen de 2 lobben van het tweede lid. De antennen bestaan uit 8-11 leedjes en zijn verbreed tot een knots aan het uiteinde. Het laatste lid van de kaaktasters is bijlvormig.

Antennes

De larven lijken van afstand op kleine rupsjes, maar hebben zes kleine looppootjes aan de voorzijde. Larven van veel soorten zijn stekel-achtig behaard en hebben felle gele en rode kleuren. De larven van verschillende soorten zien er vaak verschillend uit. De pop van een lieveheersbeestje lijkt een beetje op een druppel en is meer bruin van kleur.

Chemische afschrikking

Als je een lieveheersbeestje "pest" door zachtjes op hem te drukken dan produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet "reflexbloeden". De vloeistof (hemolymfe), die tevoorschijn komt bij het femoro-tibiale gewricht van de poten, heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels die een lieveheersbeestje oppakken proeven dit bloed en laten hem dan soms snel vallen. Het rood met zwarte kleurpatroon is dan ook te beschouwen als een waarschuwing. Dit ziet men vaak bij insecten of andere dieren die hun giftigheid of vieze smaak adverteren door een felle kleur en wordt aposematische kleuring genoemd. De vieze smaak wordt veroorzaakt door een alkaloïde dat per lieveheersbeestje verschilt. Er is aangetoond dat deze vloeistof van het zevenstippelig lieveheersbeestje giftig is voor koolmeeskuikens. Die van het tweestippelig lieveheersbeestje niet.

Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje

Lieveheersbeestjes worden o.a. gebruikt om bladluizen op een natuurlijke manier te bestrijden (bio-tuinbouw). Een om deze reden ingevoerde Aziatische soort, het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis (Pallas)) blijkt een invasieve soort die in Europa inmiddels vaste voet heeft gekregen en o.a. in Engeland (voor het eerst waargenomen in 2004), België en Nederland voorkomt. Ze hebben veel verschillende mogelijke tekeningen, van vrijwel oranje tot vrijwel zwart, maar zijn herkenbaar aan de zwarte 'M'-vormige tekening op het halsschild (pronotum) en het van achteren vaak wat geplooide of gedeukte rugschild (elytrum). De verspreiding wordt wetenschappelijk bestudeerd. Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is een agressief roofdier en bij gebrek aan luizen worden ook andere soorten lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes opgegeten, waardoor ze een bedreiging vormen voor de inheemse soorten.

Etymologie

De naam lieveheersbeestje is een herinnering aan de tijd dat de Germanen in Europa gekerstend werden. De bestaande Germaanse naam voor het kevertje, Freyafugle, vogel van de godin Freya, werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of lieveheersbeestje. De eerste vertaling leeft voort in het Duits (Marienkäfer) en Engels (ladybird of ladybug ); de tweede in het Nederlands en Frans (bête à bon Dieu, al is coccinelle gebruikelijker). De Franse naam is in het Iers verbasterd tot bóín Dé, wat ook Gods koetje kan betekenen.

Streeknamen

  • Nederlands; kapoentje, oliebeestje, stippelbeestje, zonnekoekje
  • Brabants; boerinnetje, boterbeestje, fowieltje, hemelbeestje, hennetje, kezenmolletje, jezusjesbeestje, koffiekuikentje, liefhennetje, liefvrouwebeestje, liefvrouwemuisje, lieve marijtje, lieveheerhennetje, lieveheerspaardje, lievehereminnetje, lievelammetje, mariabeestje, poppennonnetje, eerebeestje
  • Fries; krûpelhintsje, ingeltsje, earmpiekje
  • Limburgs; sjmautwurmke, (s)-levenierepaerdje, hemelbeestje, pimpernelletje, smoutwormpje, tierenhennetje, vliegmusje, onzelievevrouwpulletje, mulderinnetje, molentandje, muuëletêntje, (Weert), moedergodssterretje, lieveherebolletje, kevelewormpje, kaevelebieësje (Nederweert), draaihennetje, goudbeestje, hemellammetje, oliebeestje, (s)-lievrouwbiske (Sint-Truiden), slivveniersbieske (Maastricht), oliebeestje
  • Nedersaksisch; kukeluusjen, kukeluutjen (Nunspeets), kukelesaantje (Bunschoten), keukediefien, kukediefien (Urkers), koekediefje (Kampens), koekediefien (Kampers), mariabeestje, zönnekuukske (Twents), zönnekuuknje (Rijssens), kroontien, herenhoentien (Stellingwerfs), laiveneertiekje (Gronings), armmarmottie (Drents)
  • Vlaams; (onze)lieveheer(s)(e)beestje, (onze)lievevrouw(e)beestje, piempampoentje, hemelbeestje, pieternel(letje), pieternellebeestje, piepauw(tje), piepebontje, pimpajoen(tje), pimpaljoen(tje), pimpompulletje
  • Zeeuws; kok'aentje, kok'aontje, lieve vrouwke, lie:vevrouwebêêstjen, pàpoe:nebêêsje, pampoe:ntje, piempampoe:ntje, pieternelleke, pimpampoe:ntje
Bron Wikipedia