Wanneer een foto wordt gemaakt, zal de beeldzoeker tijdelijk ‘op zwart gaan’ want de spiegel beweegt zich uit de lichtbaan om het licht door te laten naar de sensor of de film. Een korte uitschakeltijd geeft aan dat de spiegel sneller terug is, zodat de gebruiker na het maken van de foto het onderwerp weer eerder door de beeldzoeker ziet.

Belichting is de hoeveelheid licht die tijdens het maken van de foto op de beeldsensor of de film valt. De belichting wordt beïnvloed door de sluitertijd, het diafragma en ook door de ISO instelling.

De belichtingscompensatie is een aanpassing van de belichting die door de camera werd vastgesteld als de ‘juiste’ belichting.

Maakt een serie opnamen onder, met en boven de berekende belichtingsinstelling om zo een goed resultaat te krijgen. EOS camera’s zijn uitgevoerd met een automatisch belichtingstrapje (AEB).